Newsflash
Discriminatie

Op 20 juli 2023 werd een wetswijziging gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad die de anti-discriminatiewetgeving zowel op materieel als op procedureel vlak aanzienlijk uitbreidt. De Belgische wetgever erkent voor het eerst meervoudige, associatieve en vermeende discriminatie en codificeert op die manier Europese rechtspraak. Daarenboven verruimt de nieuwe wet de sancties die kunnen worden opgelegd door een rechter bij een vaststelling van discriminatie.

Op 20 juli 2023 werd een wetswijziging gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad die de anti-discriminatiewetgeving aanzienlijk uitbreidt, zowel qua materieel toepassingsgebied als op het vlak van de sancties die kunnen worden opgelegd door een rechter bij een vaststelling van discriminatie.

Met deze wetswijzing erkent de Belgische wetgever voor het eerst expliciet het concept “meervoudige discriminatie”. De nieuwe wet erkent twee vormen van meervoudige discriminatie, namelijk cumulatieve discriminatie (discriminatie op grond van meerdere beschermde criteria die bij elkaar worden opgeteld, maar scheidbaar blijven) en intersectionele discriminatie (discriminatie op grond van meerdere beschermde criteria die op elkaar inwerken en onscheidbaar worden).

Voornamelijk de expliciete erkenning van intersectionele discriminatie door de Belgische wetgever betreft een significante uitbreiding van de bestaande bescherming tegen discriminatie. De toevoeging van deze vorm van discriminatie, die enkel bestaat dankzij een combinatie van meerdere beschermde criteria die, in de specifieke situatie die zich voordoet, afzonderlijk geen discriminatie vormen, betekent een aanzienlijke verruiming van het materieel toepassingsgebied van de anti-discriminatiewetgeving. Deze verruiming zal ertoe leiden dat bijkomende situaties als discriminatoir kunnen worden beschouwd.

Als voorbeeld van meervoudige discriminatie verwijst de Memorie van toelichting naar het geval van een persoon die zijn CV via de VDAB-website naar een ambulancebedrijf stuurde, dat een chauffeur voor ziekenvervoer zocht. De sollicitant, met Belgische nationaliteit, vermeldde in zijn CV zijn familienaam en geboorteplaats die zijn Oost-Europese origine aangaven. De zaakvoerster dacht dat ze een antwoord stuurde naar een VDAB-medewerker, maar in werkelijkheid belandde haar reactie bij de sollicitant: “Vreemdeling, 22 jaar, géén ervaring, dus onnodig mij dit door te sturen. Geen vreemdelingen, geen mensen zonder ervaring en geen vrouwen met jonge kinderen, dat is op voorhand gedoemd om te mislukken”. In dit geval werd een (enkelvoudige) discriminatie op grond van ras erkend. Indien de persoon die haar CV opstuurde een vrouw van buitenlandse afkomst met jonge kinderen was geweest, zou de weigering om haar aan te nemen een meervoudige discriminatie zijn geweest, aangezien zij verschillende beschermde criteria zou hebben gecombineerd.

Daarenboven schrijft de nieuwe wet voor dat bij meervoudige discriminatie steeds de strengste voorwaarden die een afwijking toelaten op het discriminatieverbod doorslaggevend zullen zijn. Bijgevolg zal voor een persoon die het voorwerp uitmaakt van een verschil in behandeling op grond van minstens twee criteria steeds het meest gunstige rechtvaardigingsstelsel van toepassing zijn.

Daarnaast breidt de nieuwe wet het materieel toepassingsgebied van de federale anti-discriminatiewetgeving verder uit door nog twee bijkomende vormen van discriminatie expliciet toe te voegen aan het wettelijk kader inzake discriminatie: discriminatie door associatie (discriminatie van iemand die geassocieerd wordt met een persoon met een beschermde eigenschap, maar zelf deze eigenschap niet bezit) en discriminatie op basis van een vermeend criterium (discriminatie omwille van de assumptie dat het slachtoffer een beschermd criterium bezit). Bijvoorbeeld, een persoon wordt gediscrimineerd omdat hij of zij vanwege zijn of haar betrokkenheid bij een LGBTQI+-organisatie geacht wordt een bepaalde seksuele oriëntatie te hebben of omdat hij of zij de ouder is van een kind met een handicap. Deze uitbreiding vormt een codificatie van de reeds bestaande rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (C-303/06, Coleman, 17 July 2008) en van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (25536/14, Skorjanec, 28 maart 2017).

Verder herformuleert de wetgever ook drie bestaande discriminatiegronden. Discriminatie op basis van “seksuele geaardheid” wordt discriminatie op grond van “seksuele oriëntatie” in de Nederlandse tekst (de Franse versie van de wettekst reflecteerde reeds op gepaste wijze de bedoeling van de wetgever en behoefde dus geen aanpassing) en aan discriminatie op basis van sociale afkomst wordt “of toestand” toegevoegd, teneinde rekening te houden met bijvoorbeeld de situatie van daklozen. Discriminatie gebaseerd op “geslachtsverandering” wordt vervangen door de woorden ”medische of sociale transitie”.

Naast het materieel toepassingsgebied, verruimt de nieuwe wet de sancties die kunnen worden opgelegd door een rechter bij een vaststelling van discriminatie. In het geval van meervoudige discriminatie, voorziet de wetgeving nu ook de mogelijkheid om de bij wet bepaalde forfaitaire schadevergoedingen te cumuleren. Bijgevolg kan een rechter vanaf nu de forfaitaire schadevergoeding voorzien in het geval van discriminatie op de werkvloer, zijnde 6 maanden brutoloon, meermaals opleggen naar gelang het aantal geschonden beschermde criteria. Hiermee bevestigt de wetgever een arrest van het arbeidshof van Antwerpen (zie vorige Newsflash). In het geval van discriminatie buiten de arbeidsbetrekkingen, worden de forfaitaire schadevergoedingen verdrievoudigd en jaarlijks geïndexeerd. Tot slot breidt de wetswijziging ook de mogelijkheid uit tot het instellen van een vordering tot staking. In het geval van een vordering tot staking, kan een rechter vanaf nu ook positieve maatregelen, zoals het voeren van een diversiteitsbeleid, opleggen om herhaling van discriminatie te voorkomen en altijd de publicatie van de beslissing tot staking opleggen. Voorheen kon een rechter de openbaarmaking slechts opleggen indien deze er kon toe bijdragen dat de gewraakte daad of de uitwerking ervan zou ophouden. Deze voorwaarde verdwijnt nu.

Aandachtspunt

Door de expliciete erkenning van intersectionele discriminatie door de Belgische wetgever via de wetswijziging van 22 juni 2023, dienen werkgevers in België rekening te houden met deze vorm van discriminatie in hun algemeen HR-beleid. Om discriminatie te voorkomen, is het daarnaast ook aangeraden om intersectionaliteit op te nemen in het diversiteitsbeleid van de onderneming, zeker nu de wetgever de sancties bij een vaststelling van discriminatie opnieuw heeft verscherpt.