Newsflash
Fiscaliteit en sociale zekerheid

Verschillende financiële instellingen verkregen de laatste jaren een voorafgaande beslissing bij de rulingdienst omtrent de fiscale behandeling van optieplannen op BEVEK-aandelen en genoteerde warrantenplannen. Dergelijke producten zijn populair geworden omdat zij werkgevers toelaten om bestaande looncomponenten (bv. de jaarlijkse bonus) om te zetten in fiscaal en parafiscaal gunstig behandelde opties op BEVEK-aandelen en warrants.

De rulingdienst lijkt nu het gebruik van dergelijke producten aan banden te willen leggen voor wat betreft prestaties geleverd vanaf 1 januari 2018 en dit aan de hand van het begrip “disproportioneel”.

In de meeste voorafgaande beslissingen werd gepreciseerd dat de invoering van dergelijke plannen een oneigenlijk gebruik zou opleveren indien de toekenning van de opties/warrants “disproportioneel” zou zijn ten aanzien van de gebruikelijk toegekende bezoldigingen.

In haar nieuwsbrief van 30 januari 2018 heeft de rulingdienst enkele “beslissingen met een bijzonder belang” toegelicht die een concrete invulling geven aan het begrip “disproportioneel”.

Opdat het gebruik van opties op BEVEK-aandelen of warrants niet disproportioneel zou zijn, mag aan werknemers slechts een bedrag ten belope van maximaal 20% van de som van:

  • de maandelijkse bruto bezoldiging, vermenigvuldigd met 12,92 (dus inclusief vakantiegeld, maar zonder rekening te houden met de voordelen alle aard);
  • de dertiende maand; en
  • de variabele bruto bezoldiging

toegekend worden in de vorm van opties op BEVEK-aandelen of warrants.

Opdat het gebruik van opties op BEVEK-aandelen of warrants niet disproportioneel zou zijn, mag aan zelfstandige bedrijfsleiders slechts een bedrag ten belope van maximaal 20% van de som van:

  • de vaste jaarlijkse bruto bezoldiging (onderworpen aan bedrijfsvoorheffing en sociale bijdragen voor zelfstandigen, en dit zonder rekening te houden met de voordelen alle aard); en
  • de variabele jaarlijkse bruto bezoldiging

toegekend worden in de vorm van opties op BEVEK-aandelen of warrants.

In beide gevallen moet ter bepaling van de 20%-grens de reële/economische waarde van de toegekende opties op BEVEK-aandelen of warrants gebruikt worden.

De rulingdienst preciseert dat deze 20%-grens slechts toegepast zal worden op optieplannen op BEVEK-aandelen en warrantenplannen die worden toegekend op prestaties die vanaf 1 januari 2018 geleverd worden.

> Actiepunt

Voor prestaties vanaf 1 januari 2018 moet voortaan rekening gehouden worden met bovengenoemde “20%-grens” indien een vennootschap opties op BEVEK-aandelen of warrants wenst toe te kennen aan zijn werknemers en/of bedrijfsleiders.