Newsflash
Discriminatie
Werknemersvertegenwoordiging

Het Grondwettelijk Hof is van oordeel dat de bescherming van (kandidaat-)personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraad en/of het preventiecomité het gelijkheidsbeginsel niet schendt

De arbeidsrechtbank van Hoei had prejudicià«le vragen gesteld aan het Grondwettelijk Hof om na te gaan of de beperking van de mogelijke ontslagredenen (met name enkel dringende reden en economische/technische redenen) en de draconische beschermingsvergoedingen (tot acht jaar loon) geen schending vormen van het gelijkheidsbeginsel indien deze regeling wordt vergeleken met deze voor andere beschermde werknemers zoals een vakbondsafgevaardigde of een preventieadviseur.

Het Grondwettelijk Hof heeft in het arrest van woensdag 10 oktober 2012 tot tweemaal toe geoordeeld dat de specifieke beschermingsregeling zoals neergelegd in de Wet van 19 maart 1991 verantwoordbaar is.

Ten opzichte van een vakbondsafgevaardigde oordeelt het Grondwettelijk Hof dat dit een legitiem onderscheid is, nu de regeling voor de vakbondsafgevaardigden enkel is opgenomen in een nationale CAO nr. 5 en hun aanduiding op fundamenteel andere wijze gebeurt dan voor (kandidaat-)personeelsafgevaardigden.

Ten opzichte van een preventieadviseur oordeelt het Grondwettelijk Hof dat deze niet verkozen wordt door alle werknemers zoals wel het geval is bij personeelsafgevaardigden en dat deze gelet op zijn onafhankelijkheid evenmin het voltallige personeel vertegenwoordigt.

> Actiepunt

Ervoor zorgen dat voorafgaand aan enige beslissing tot ontslag van een beschermd werknemer, een knipperlicht bestaat om te vermijden dat de vereiste wettelijke/sectorale beschermingsprocedure uit het oog wordt verloren.