Newsflash
Fiscaliteit en sociale zekerheid

Op 6 mei 2022 heeft de belastingadministratie een nieuwe circulaire gepubliceerd over het nieuwe bijzonder belastingstelsel voor ingekomen belastingplichtigen en onderzoekers. Deze circulaire bevat weinig nieuwigheden (in vergelijking tot hetgeen wij in onze newsflash van 31 december 2021 over dit onderwerp hebben vermeld) en beoogt hoofdzakelijk een samenvatting te geven van de toepassingsvoorwaarden van het nieuwe belastingstelsel.

Nieuw bijzonder belastingstelsel voor ingekomen belastingplichtigen en onderzoekers

Ter herinnering: de programmawet van 27 december 2021 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31/12/2021) heeft een nieuw wettelijk kader ingevoerd voor expats in België, namelijk het bijzonder belastingstelsel voor ingekomen belastingplichtigen (BBIB) en voor ingekomen onderzoekers (BBIO).

Het voordeel van deze nieuwe regeling zit hem in de mogelijkheid om bedragen aan de ingekomen belastingplichtigen en onderzoekers te kunnen toekennen in de vorm van vergoedingen van kosten eigen aan de werkgever die vrijgesteld zijn van Belgische belastingen en socialezekerheidsbijdragen.

Zo kan een vergoeding van maximaal 30% - met een absoluut maximum van 90.000 EUR per jaar - van de jaarlijkse brutobezoldiging als kosten eigen aan de werkgever worden toegekend ter dekking van de terugkerende uitgaven die uit de Belgische tewerkstelling voortvloeien. Bovendien kan de werkgever binnen bepaalde grenzen bijdragen in de kosten van de verhuizing, de kosten van het inrichten van een woning in België en de schoolkosten van de kinderen van de expat of zijn/haar echtgeno(o)t(e).

Het voordeel van dit stelsel is echter onderworpen aan een aantal voorwaarden. Om toepassing te kunnen maken van het BBIB/BBIO mogen de betrokkenen gedurende de 60 maanden die voorafgingen aan hun indiensttreding in België niet onderworpen zijn geweest aan de Belgische personenbelasting/belasting voor de niet-inwoners (voor beroepsinkomsten) en evenmin op een afstand van minder dan 150 km van de Belgische grens hebben gewoond.

Voor het BBIB moet de betrokkene bovendien een brutojaarloon van minstens 75.000 EUR (vóór aftrek van de socialezekerheidsbijdragen) ontvangen voor de in België verrichte prestaties.

Voor het BBIO geldt geen vereiste op het vlak van loon, maar moeten de betrokkenen in het bezit zijn van een kwalificerend diploma of ten minste tien jaar relevante beroepservaring hebben.

Verduidelijkingen in de circulaire 2022/C/47 van 6 mei 2022

Hoewel de circulaire van 6 mei 2022 vooral bedoeld is om de toepassingsvoorwaarden van de nieuwe belastingregeling samen te vatten, geeft zij ook enkele aanvullende verduidelijkingen. Hieronder volgen de belangrijkste verduidelijkingen en aandachtspunten van deze circulaire:

1.       Minimumbezoldigingsdrempel van 75.000 EUR voor toegang tot het BBIB

In de circulaire wordt eraan herinnerd dat op het ogenblik van de indiening van de aanvraag voor het BBIB, deze drempel berekend moet worden aan de hand van de zekere en vaste brutobezoldiging, d.w.z. exclusief de bonussen waarvan de toekenning onzeker is. Er wordt echter gespecificeerd dat vervolgens, voor de jaarlijkse controle op de naleving van deze voorwaarde, de beloningsdrempel wordt beoordeeld in het licht van de werkelijk verkregen brutobezoldiging, met inbegrip van de verkregen bonussen waarvan de toekenning aanvankelijk niet zeker was (bijvoorbeeld de bonussen die verkregen zijn na het bereiken van een doelstelling).

Bij een onderbreking van de prestaties waarbij het loon niet wordt doorbetaald – bijvoorbeeld langdurige ziekte of zwangerschap - mag de drempel van 75.000 EUR pro rata worden berekend.

2.       Diploma of beroepservaring van de geïmmigreerde onderzoeker (BBIO)

Om voor het BBIO in aanmerking te komen, moeten de betrokkenen een master- of doctordiploma op één of meer studiegebieden hebben. De precieze lijst van de toegelaten diploma’s is als bijlage aan de circulaire toegevoegd.

De betrokkenen kunnen ook in aanmerking komen als zij tenminste 10 jaar relevante beroepservaring hebben. Deze ervaring moet, naast een cv, worden aangetoond, bijvoorbeeld aan de hand van referenties van vroegere werkgevers, publicaties, gegeven opleidingen, enz.

3.       30%-vergoeding wordt beschouwd als kosten eigen aan de werkgever

In de circulaire wordt hieromtrent gepreciseerd dat de betaling van deze vergoeding contractueel moet worden overeengekomen en betaald moet worden bovenop ("on top") het overeengekomen brutosalaris. Het is dus niet mogelijk te bepalen dat de 30%-vergoeding in het overeengekomen brutoloon is begrepen. Zoals eerder toegelicht, is de 30%-vergoeding een maximum: het is aldus mogelijk te voorzien in een bedrag lager dan 30% van de bezoldiging (ongeacht of het nu gaat om een lager percentage of een absoluut bedrag dat het maximum van 30% niet overschrijdt). De administratie preciseert bovendien dat de vergoeding weliswaar van werknemer tot werknemer kan verschillen, maar dat dit verschil geen verband mag houden met de individuele prestaties. Deze verduidelijking heeft evenwel geen (uitdrukkelijke) wettelijke grondslag.

Voor personen die reeds het "oude" bijzondere statuut voor buitenlandse kaderleden genieten en die uiterlijk op 31 juli 2022 kiezen voor het nieuwe stelsel, zullen de bestaande arbeidsovereenkomsten aangepast moeten worden. Het voldoen aan de voorwaarden (zijnde min. 150 km van de Belgische grens, niet aan de personenbelasting of de belasting voor de niet-inwoners (voor beroepsinkomsten) onderworpen zijn geweest en de looneis voor het BBIB) moet worden beoordeeld aan het begin van de Belgische tewerkstelling (en niet op het moment van de opt-in aanvraag). Hoewel de Administratie impliciet aanvaardt dat een verlaging van de oorspronkelijk overeengekomen brutobezoldiging geoorloofd is om de 30%-vergoeding bij de bezoldiging te kunnen optellen, wijst zij er wel op dat een dergelijke wijziging gevolgen kan hebben o.a. voor de opbouw van het aanvullend pensioen (de zogenaamde 80%-regel), het vakantiegeld en de sociale uitkeringen.

4.       Andere terugbetalingen van kosten eigen aan de werkgever

Tot slot: het stelsel van de kosten eigen aan de werkgever dat door de programmawet van 27 december 2021 is ingevoerd ten gunste van ingekomen belastingplichtigen en onderzoekers, vormt geen overlapping met het klassieke stelsel van de kosten eigen aan de werkgever. Het is dus mogelijk om de vergoedingen van de kosten die onder het BBIB/BBIO vallen, te cumuleren met de vergoedingen van representatiekosten of de kosten in verband met bijvoorbeeld telewerken.

Actiepunt

De invoering van dit nieuwe bijzondere belastingstelsel voor ingekomen belastingplichtigen en onderzoekers biedt nieuwe mogelijkheden om buitenlands talent aan te trekken door middel van een aantrekkelijke beloning, dankzij het voordelige systeem van terugbetalingen van kosten eigen aan de werkgever die uit de Belgische tewerkstelling voortvloeien. Bij het opstellen van de arbeidsovereenkomst moet echter bijzondere aandacht worden besteed aan de formulering van de clausules betreffende de bezoldiging en de vergoeding van de kosten eigen aan de werkgever.