Newsflash
Mobiliteit en immigratie

Begin dit jaar werd het regelgevend kader inzake de tewerkstelling van buitenlandse werknemers ingrijpend gewijzigd op procedureel vlak. De inhoudelijke wijzigingen beperkten zich vooralsnog  tot de regelgeving van het Vlaams Gewest (zie over beide aspecten onze newsletter van 16 januari 2019).

Gisteren is het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 mei 2019 verschenen in het Belgisch Staatsblad. Daarmee zet het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de inhoudelijke hervorming van het (alsmaar heterogener) Belgisch landschap inzake arbeidsmigratie verder.

Toepassingsgebied
Noteer eerst en vooral dat de onderstaande wijzigingen slechts een rol zullen spelen indien het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd is voor de behandeling van de aanvraag tot toelating tot arbeid. De inhoudelijke regels verschillen immers van gewest tot gewest.

Inhoudelijke wijzigingen
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kiest - in tegenstelling tot het Vlaams Gewest - niet voor een volledig nieuw economisch migratiemodel maar voor een aanpassing van het bestaande regelgevend kader. De krachtlijnen kunnen als volgt worden samengevat:

  • Voor een aantal bijzondere categorieën buitenlandse werknemers (onder meer: hooggeschoold personeel, leidinggevend personeel, onderzoekers, etc.) zal een toelating tot arbeid voor een periode van maximaal drie jaar kunnen worden toegekend. In tegenstelling tot het Vlaams Gewest moet de werkgever wel elk jaar op eigen initiatief een aantal documenten (i.e. loonfiches, individuele rekening, meldingsbewijs Limosa, sociale zekerheidsattest) overmaken.

  • De weigerings- en intrekkingsgronden worden uitgebreid. Zo kan een aanvraag worden geweigerd of kan een vergunning worden ingetrokken omwille van afwezigheid van economische of maatschappelijke activiteiten of wegens in het verleden opgelegde definitieve sancties inzake tewerkstelling van buitenlandse werknemers.

  • De (berekeningswijze van de) loongrenzen, die voor bepaalde categorieën werknemers moeten worden nageleefd, zijn niet gelijk aan deze in Vlaanderen. Evenmin is er voor hooggeschoold personeel een verlaagde loongrens voorzien voor werknemers van minder dan 30 jaar oud en verplegers.

  • Anders dan in Vlaanderen is er geen specifieke regeling voorzien voor bepaalde middengeschoolde profielen die een knelpuntberoep uitoefenen.

  • Ter implementatie van een aantal Europese richtlijnen worden een aantal nieuwe ‘Europese’ categorieën van hoogopgeleide of bijzondere profielen geïntroduceerd:
    - intra-corporate transferee (‘ICT’, i.e. detachering van een onderneming buiten de EER naar een onderneming van diezelfde groep in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) doch enkel voor leidinggevenden, specialisten en stagiairs-werknemers met zes maanden anciënniteit, in tegenstelling tot het Vlaams Gewest waar de vereiste anciënniteit drie maanden bedraagt. Ook de loonbedragen verschillen;
    - seizoenarbeiders doch enkel voor de landbouwsector in tegenstelling tot het het Vlaams Gewest waar deze categorie ook openstaat voor de horecasector;
    - onderzoekers die naar België komen voor onderzoek bij een erkende onderzoeksinstelling gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
    - de stagiair: de maximale duur wordt beperkt tot zes maanden, in tegenstelling tot het Vlaams Gewest waar deze maximale duur éénmaal hernieuwd kan worden;
    - vrijwilligers in het kader het Europese vrijwilligerswerk.

Inwerkingtreding
De nieuwe regelgeving treedt gedeeltelijk retroactief in werking op 1 juni 2019. De toelatingen die werden bekomen of werden aangevraagd voor de inwerkingtreding behouden hun geldigdigheid en worden behandeld a.d.h.v. de oude regels.

De regels die betrekking hebben op de ‘Europese’ categorieën werknemers zullen pas in werking treden na inwerkingtreding van het uitvoerend samenwerkingsakkoord van 6 december 2018 (met uitzondering in zeer beperkte mate van de categorie ICT).

Actiepunt

Hou er rekening mee dat er voor de tewerkstelling van buitenlandse werknemers vanaf 1 juni 2019 een aantal nieuwe inhoudelijke regels gelden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.