Newsflash
Fiscaliteit en sociale zekerheid

De wet van 11 februari 2019 houdende fiscale, fraudebestrijdende, financiële alsook diverse bepalingen, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad van 22 maart 2019, voorziet in een nieuwe verplichting om bezoldigingen en voordelen die toegekend worden door een buitenlandse vennootschap aan werknemers en bedrijfsleiders van een Belgische dochtervennootschap op de fiscale fiche te vermelden en er bedrijfsvoorheffing op in te houden. De verplichting tot vermelding op de fiscale fiche zal van toepassing zijn op de inkomsten van 2019, terwijl de verplichting tot inhouding van bedrijfsvoorheffing van toepassing zal zijn op voordelen toegekend vanaf 1 maart 2019.

Werknemers en bedrijfsleiders die hun professionele prestaties in België leveren voor rekening van een Belgische vennootschap, zijn in België belastbaar op hun bezoldigingen en voordelen van alle aard. Dit geldt ook voor de bezoldigingen en voordelen die niet worden toegekend door de werkgever, maar rechtstreeks door een buitenlandse vennootschap (bijvoorbeeld: gratis of met korting toegekende aandelen door een in het buitenland gevestigde moedervennootschap).

Deze bezoldigingen en voordelen moeten opgenomen worden in de fiscale aangifte van de betrokkenen. Tot nu toe was de werkgever echter niet verplicht deze voordelen ook te vermelden op de fiscale fiche 281.10 of 281.20 (tenzij het om aandelenopties in de zin van de wet van 26 maart 1999 ging). Hij diende evenmin bedrijfsvoorheffing in te houden.

Voortaan zullen werkgevers, onderworpen aan de vennootschapsbelasting of de rechtspersonenbelasting, waarvan een werknemer of een bedrijfsleider, omwille van zijn professionele activiteiten, bezoldigingen en/of voordelen van alle aard ontvangt van een buitenlandse verbonden vennootschap, geacht worden deze bezoldigingen of voordelen zelf te hebben toegekend.

Bijgevolg moet de Belgische werkgever voortaan dergelijke bezoldigingen of voordelen vermelden op de fiscale fiche en de bedrijfsvoorheffing voldoen, zelfs indien hij niet tussenkomt bij de toekenning ervan en er de financiële last niet van draagt.

De verplichting tot inhouding van de bedrijfsvoorheffing treedt in werking op 1 maart 2019 en is dus van toepassing op bezoldigingen en voordelen die aan werknemers en bedrijfsleiders worden toegekend door een verbonden buitenlandse vennootschap vanaf dat moment. De werkgever heeft eveneens de verplichting om deze bezoldigingen en voordelen te vermelden op de fiscale fiche 281.10 of 281.20 van de begunstigden, en voor alle inkomsten van het jaar 2019 (dus ook voor deze toegekend tussen 1 januari en 28 februari 2019).

> Actiepunt

Het is belangrijk om een goed zicht te hebben op de bezoldigingen en voordelen van alle aard die toegekend worden aan werknemers en bedrijfsleiders door buitenlandse verbonden vennootschappen om te kunnen overgaan tot de betaling van de bedrijfsvoorheffing en de vermelding op de fiscale fiche 281.10 of 281.20.