Newsflash
Collectieve arbeidsbetrekkingen
Pensioenen

Op 3 november 2022 is de wet van 30 oktober 2022 m.b.t. tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de energiecrisis in het Belgisch Staatsblad verschenen. Deze wet tracht zowel burgers als ondernemingen verschillende maatregelen aan te reiken om de huidige energiecrisis het hoofd te bieden. In deze nieuwsflash zullen enkel de maatregelen die een impact hebben op de arbeidsrelatie, nl. tijdelijke werkloosheid voor energie-intensieve bedrijven en de mogelijke gevolgen hiervan op de pensioenopbouw én het uitstel van de betaling van inkomstenbelastingen en bedrijfsvoorheffing, nader toegelicht worden.  

Tijdelijke werkloosheid voor energie-intensieve bedrijven

De wet introduceert een bijzonder stelsel van tijdelijke werkloosheid voor energie-intensieve bedrijven, dat naast de klassieke stelsels van economische werkloosheid bestaat en waarvoor een specifieke procedure geldt. Het betreft een tijdelijk stelsel dat van 1 oktober tot 31 maart 2023 zal gelden. Deze periode kan bij koninklijk besluit verlengd worden.

Een onderneming wordt beschouwd als een energie-intensief bedrijf als het aan één van de volgende niet-cumulatieve voorwaarden voldoet:

  • Of de aankoop van energieproducten, met inbegrip van andere energieproducten dan aardgas en elektriciteit, maakte in 2021 minstens 3% van de toegevoegde waarde van het bedrijf uit.
  • Of de onderneming kan aantonen dat de definitieve energierekening (niet de voorschotfactuur) van het trimester vóór de aanvraag van de werkloosheid verdubbeld is in vergelijking met de rekening van hetzelfde trimester van vorig jaar.

De werkgever die omwille van de energiecrisis voor zijn arbeiders en/of bedienden gebruik wenst te maken van dit stelsel (hierna “tijdelijke werkloosheid energie”) zal via een C106A-Energie formulier aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorzieningen (RVA) op eer verklaren dat hij aan minstens één van deze voorwaarden voldoet. Dit gebeurt minstens vijf kalenderdagen vóór de kennisgeving van de eerste werkloosheidsdag.

Daarnaast dient er zowel aan de RVA, als aan de betrokken werknemers (via aanplakking of individuele kennisgeving) en aan eventuele overlegorganen (ondernemingsraad of bij gebrek daaraan de vakbondsafvaardiging) drie kalenderdagen vóór de eerste werkloosheidsdag een kennisgeving over de schorsing van de arbeidsovereenkomst en de economische redenen die deze rechtvaardigen, meegedeeld te worden.

Daarbovenop dient de RVA maandelijks over de eerste werkloosheidsdag van die maand geïnformeerd te worden.

Bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken, kan de uitvoering van de arbeidsovereenkomst volledig of gedeeltelijk geschorst worden. De volledige schorsing geldt voor maximaal vier weken. Wanneer de arbeidsovereenkomst gedurende een maximale periode van drie maanden gedeeltelijk geschorst wordt, dienen de werknemers minder dan drie dagen per week of minder dan één week per twee weken te werken. Na het verstrijken van de termijn van vier weken volledige schorsing of drie maanden gedeeltelijke schorsing, kan onmiddellijk een nieuwe aanvraag ingediend worden. De betrokken werknemer moet dus geen verplichte werkweek presteren.

De werkloos gestelde werknemer heeft recht op een uitkering van de RVA gelijk aan 70% van het loon (geplafonneerd op 3.199,26 EUR) en een supplement ten laste van de werkgever of het Fonds voor Bestaanszekerheid ten bedrage van 6,47 EUR per dag waarop hij niet gewerkt heeft.

Let wel op: de RVA kan van de werkgever die onterecht gebruik maakt van dit stelsel de ten onrechte betaalde bruto werkloosheidsuitkeringen terugvorderen. Bovendien zal deze werkgever het normale loon voor deze dagen moeten uitbetalen aan zijn werknemers.

Behoud van de pensioenopbouw en de risicodekkingen tenzij opt-out

Principe

De wetgever voorziet net zoals bij de tijdelijke werkloosheid Covid-19 nu ook quasi identieke maatregelen om te vermijden dat de opbouw van aanvullende pensioenrechten en de beroepsgebonden risicodekkingen tijdens de periode van tijdelijke werkloosheid energie zou worden opgeschort.

Ook nu geldt het principe van automatisch behoud van de aanvullende pensioenopbouw en de beroepsgebonden risicodekkingen (overlijden, arbeidsongeschiktheid). De bijdragen die verschuldigd zijn worden berekend alsof de arbeidsovereenkomst niet werd opgeschort. Dit automatisch behoud verloopt zonder enige wijziging (van bijvoorbeeld de tarifaire voorwaarden) en zonder formaliteiten. Dit vereist bovendien geen (onmiddellijke) wijziging van het pensioenreglement (zie verder). Dit automatisch behoud van de aanvullende pensioenopbouw kan ook worden geïntegreerd in het solidariteitsluik van een sociaal aanvullend pensioenplan.

Net zoals bij de gelijkaardige maatregelen bij de tijdelijke werkloosheid Covid-19 kan de werkgever/sectorale inrichter de aanvullende pensioenopbouw en de risicodekkingen toch opschorten via een opt-out uit het wettelijk regime. Een opt-out is niet mogelijk voor de overlijdensdekking die verplicht moet worden behouden zoals van toepassing op de vooravond van de tijdelijke werkloosheid energie. De werkgever/sectorale inrichter moet de verzekeraar of het pensioenfonds (d.i. de pensioeninstelling) tijdig informeren over zijn keuze tot opt-out (zie procedure).

De wet voorziet eveneens in de mogelijkheid om op eenvoudig verzoek van de inrichter, de betaling van de premies of bijdragen - zowel de werkgeversbijdragen als de persoonlijke bijdragen - uit te stellen tot 31 maart 2023 (zonder dat dit betwist kan worden). Indien de inrichter hiervan gebruik wenst te maken, moet hij alle nuttige informatie in dit verband aan de pensioeninstelling overmaken. Opgelet, uitstel van betaling van de persoonlijke bijdragen houdt in dat deze - na de periode van tijdelijke werkloosheid – in één keer moeten worden betaald en dus worden afgehouden van het nettoloon van de werknemers (samen met de gebruikelijke persoonlijke bijdrage voor de betrokken maand).

Procedure

De pensioeninstelling (verzekeraar of pensioenfonds) moet de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) informeren over de gevolgen van tijdelijke werkloosheid energie op de risicodekkingen, alsook over de mogelijkheid tot uitstel van de bijdragen, de mogelijkheid om dit om te vormen in een solidariteitsprestatie, de mogelijkheid tot opt-out en de verplichting van de werkgever/sectorale inrichter om de aangeslotenen te informeren. Binnen de 30 dagen na het ontvangen van deze informatie of binnen de 30 dagen nadat de werkgever voor het eerst gebruik maakt van tijdelijke werkloosheid energie, moet de werkgever/sectorale inrichter de pensioeninstelling laten weten indien hij kiest voor de opt-out.

Het behoud van de aanvullende pensioenopbouw en de risicodekkingen, evenals het uitstel van de premies of bijdragen, volgen rechtstreeks uit de wet. Hiertoe moet de procedure tot wijziging van het pensioen- of solidariteitsreglement niet gevolgd worden. Wel moet ten laatste tegen 31 december 2023 het pensioenreglement (en/of desgevallend het solidariteitsreglement) formeel aangepast worden. Voordien moet  de werkgever/de sectorale inrichter de aangeslotenen wel reeds informeren over het behoud of de opschorting van de aanvullende pensioenopbouw en/of de risicodekkingen.

Retroactieve inwerkingtreding

Deze titel van de wet is retroactief in werking getreden op 15 september 2022 en geldt tot 31 maart 2023.

Uitstel van betaling van de inkomstenbelastingen en de bedrijfsvoorheffing

Tot slot wordt de werkgever, dus ongeacht of het al dan niet om een energie-intensief bedrijf gaat, een uitstel van betaling van zowel de bedrijfsvoorheffing, als van de inkomstenbelasting verleend.

In normale tijden zijn werkgevers verplicht om maandelijks of trimestrieel voor de vijftiende van de maand volgend op het verstrijken van de periode waarop de aangifte betrekking heeft de bedrijfsvoorheffing te voldoen. Deze periode wordt voor de maandaangevers voor de inkomsten verbonden aan de maanden november en december 2022 verlengd met twee maanden. Het uitstel van betaling voor het vierde kwartaal van 2022 bedraagt voor de kwartaalaangevers eveneens twee maanden.

Voor het aanslagjaar 2022 worden de inkomstenbelastingen (personenbelasting, vennootschapsbelasting, rechtspersonenbelasting en de belasting niet-inwoners) niet, zoals in normale tijden, al betaalbaar na twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet, maar pas na vier maanden, zijnde tot 31 oktober 2023.

Actiepunt

Wanneer ondernemingen die hun werkvolumes zien verminderen n.a.v. de energiecrisis voldoen aan één van de voorwaarden om als energie-intensief bedrijf beschouwd te worden, kunnen zij tijdelijk gebruik maken van het bijzonder stelsel tijdelijke werkloosheid energie.

Wat de groepsverzekering of het aanvullend pensioenplan betreft, moet de pensioeninstelling (verzekeraar of pensioenfonds) de werkgevers en sectorale inrichters zo snel mogelijk informeren over de maatregelen. Vervolgens moet de werkgever/de sectorale inrichter beslissen of hij wenst af te zien van het automatisch behoud (default optie) en kiest voor een opt-out, en moet dit binnen de 30 dagen laten weten aan de pensioeninstelling. Ook moet de werkgever/de sectorale inrichter de aangeslotenen binnen een redelijke termijn informeren hierover.

Voor alle werkgevers geldt een uitstel van betaling van de inkomstenbelastingen en bedrijfsvoorheffing van telkens twee maanden.

Voorlopig gelden de maatregelen tot 31 maart 2023. We houden jullie op de hoogte van eventuele verlengingen.