Newsflash
Gegevensbescherming en privacy

De Europese richtlijn van 23 oktober 2019 betreffende de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden (“klokkenluiders” of “whistleblowers”) had ten laatste tegen 17 december 2021 naar Belgisch recht moeten zijn omgezet. De omzetting van deze richtlijn ligt dus achter op schema, maar zou in de loop van 2022 moeten plaatsvinden, aangezien verwacht wordt dat een wetsontwerp - dat zowel op de privésector als op de overheidssector betrekking heeft - spoedig zal worden aangenomen.

Wetgevend proces

Momenteel beschikken slechts enkele sectoren in België over een regelgevend kader inzake de bescherming van klokkenluiders, met name de overheidssector en de financiële sector. Met de invoering van de richtlijn van 23 oktober 2019 heeft de Europese wetgever gevraagd om dit soort procedures uit te breiden in alle sectoren, zowel in de publieke als in de privésector.

Een wetsontwerp dat betrekking heeft op de privésector is voor gezamenlijk advies voorgelegd aan de Nationale Arbeidsraad en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. In een advies van 30 november 2021 hebben de sociale partners verscheidene aanbevelingen gedaan die met name betrekking hebben op de definitie van het materiële toepassingsgebied van de wet; de noodzaak om de rol van de vakbonden duidelijk te omschrijven; de noodzaak om rekening te houden met de moeilijkheden en de kosten van het opzetten van interne meldingskanalen voor klokkenluiders voor de kmo’s; het naast elkaar bestaan van twee waarschuwingssystemen binnen financiële en economische kmo’s; de vraag of de diensten die worden aangewezen om externe meldingen te ontvangen, een samenwerkende  in plaats van een repressieve rol moeten opnemen; de noodzaak om te voorzien in passende sancties in geval van represailles, maar ook voor de opzettelijke verspreiding van valse beschuldigingen en om de omkering van de bewijslast in de tijd te beperken.

Inhoud van de richtlijn

Het idee achter de richtlijn van 23 oktober 2019 is dat werknemers zelf het best in staat zijn om inbreuken op de EU-wetgeving op bepaalde gebieden van openbaar belang zoals overheidsopdrachten, milieubescherming, volksgezondheid, voedselveiligheid, consumentenbescherming, privacy en bescherming van persoonsgegevens, enz. aan het licht te brengen en te voorkomen.

Werknemers zijn echter vaak terughoudend om dergelijke schendingen te melden uit vrees voor reacties. Het doel van de richtlijn is dan ook om deze klokkenluiders te beschermen tegen elke vorm van vergelding voor dergelijke melding, of het nu gaat om een ontslag, disciplinaire sanctie, negatieve evaluatie, eenzijdige wijzing van de arbeidsvoorwaarden, enz.

De richtlijn beoogt ook bescherming te bieden aan voormalige werknemers van de onderneming, kandidaat-werknemers, zelfstandigen, aandeelhouders, bestuurders, werknemers van onderaannemers en leveranciers, vrijwilligers en stagiairs. Bovendien zullen eventuele “facilitatoren” en “derden” die verbonden zijn met de klokkenluider, ook beschermd worden tegen vergelding.

Volgens de richtlijn moet de werknemer informatie kunnen onthullen, waaronder redelijke vermoedens, over feitelijke of mogelijke inbreuken, verleden of toekomstige, en over pogingen tot verhulling van dergelijke inbreuken. De door de richtlijn geboden bescherming is echter alleen van toepassing indien de betrokkene redelijkerwijs kon aannemen dat de gemelde informatie waarheidsgetrouw was en onder de werkingssfeer van de richtlijn viel.

Wanneer een persoon in het bezit is van informatie die aan de bovengenoemde voorwaarden voldoet, biedt de richtlijn hem of haar drie meldingskanalen om naar keuze alarm te slaan:

1° Een interne meldingsprocedure die moet worden ingevoerd in alle ondernemingen in de privésector met 50 of meer werknemers, met dien verstande dat ondernemingen boven deze drempel maar met minder dan 249 werknemers een extra termijn krijgen om deze procedure uit te voeren (tot 17 december 2023);

2° Een procedure voor externe melding aan de bevoegde autoriteiten;

3° Onder bepaalde voorwaarden is een openbaarmaking mogelijk (met name wanneer de twee voorgaande procedures niet tot een passende maatregel hebben geleid).

In het kader van de interne klokkenluidersprocedure heeft de werkgever verschillende verplichtingen. Zo moet de werkgever onder meer een onpartijdige persoon of dienst aanwijzen die bevoegd is voor de follow-up van de meldingen, communiceren over het bestaan van externe meldingskanalen, de vertrouwelijkheid van de identiteit van de klokkenluider waarborgen in het geval van een interne melding en binnen een redelijke termijn gevolg geven aan de interne melding (maximum drie maanden vanaf de datum van de melding).

Tot slot bepaalt de richtlijn dat elke verwerking van persoonsgegevens in het kader van de richtlijn moet worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van de GDPR, met dewelke de Belgische wetgever bij de omzetting van de richtlijn rekening zal moeten houden.

Aandachtspunt

De richtlijn is nog niet omgezet naar Belgisch recht. Echter, gezien de vele stappen die moeten worden genomen en de noodzaak om het sociaal overleg in acht te nemen is het aangeraden om nu al voorbereidingen te treffen. De niet-naleving van de aanstaande reglementering inzake klokkenluidersbescherming zal immers kunnen leiden tot sancties, waaronder administratieve geldboetes.