Newsflash
Einde van de arbeidsovereenkomst

Het koninklijk besluit van 9 maart 2014 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 20 maart 2014) legt de berekeningswijze vast.

De nieuwe ontslagwet voorziet een zgn. 'bijzondere compenserende bijdrage' op de verbrekingsvergoeding. Het gaat om de opzeggingsvergoeding in geval van een ontslag door de werkgever, en om de verbrekingsvergoeding die de werkgever zou betalen in het geval van een beëindiging van de arbeidsovereenkomst in onderling akkoord.

De opbrengst van deze bijkomende heffing is bestemd voor het Fonds voor sluiting van Ondernemingen. De wetgever tracht hiermee de kostenstijging van de nieuwe ontslagwetgeving voor ondernemingen met maximaal 20 werknemers enigszins te verlichten via een vermindering van hun bijdragen aan het fonds.

De bijdrage (gelijkgesteld met een socialezekerheidsbijdrage) wordt enkel berekend op het deel van de verbrekingsvergoeding die opgebouwd werd op basis van de prestaties vanaf 1 januari 2014. Het bedrag hangt af van het jaarloon van de werknemer:

Bijdrage

Jaarloon

0%

< 44.508 EUR

1%

Tussen 44.509 EUR en 54.508 EUR

2%

Tussen 54.509 EUR en 64.508 EUR

3%

Hoger dan 64.508 EUR

 

Het jaarloon wordt berekend op basis van de loon- en prestatiegegevens van het laatste kwartaal waarin prestaties werden aangegeven, volgens de volgende formule:

- voor voltijdse werknemers: (A/B)*260

- voor deeltijdse werknemers: ((A/C)*D/5)*260

waarbij:

A = bedrag van het loon B = aantal dagen

C = aantal uren

D = aantal uren van de maatpersoon/week.

(voor werknemers voor wie het vakantiegeld wordt uitbetaald door een vakantiekas wordt A vermenigvuldigd met 1,08).

Het KB van 9 maart 2014 bepaalt nu wat verstaan moet worden onder loon, dagen en uren. Het KB heeft uitwerking met ingang op 1 januari 2014.

> Actiepunt

Kijk na of u een bijkomende bijdrage moet betalen op de opzeggingsvergoeding of de verbrekingsvergoeding in geval van een beëindiging van de arbeidsovereenkomst in onderling akkoord.