Newsflash
Mobiliteit en immigratie

Het Europees Hof van Justitie heeft in zijn arrest van 19 december brandhout gemaakt van de voorafgaandelijke LIMOSA aangifteverplichting voor zelfstandige dienstverrichters uit een andere Europese lidstaat die in België diensten komen verrichten.

De Europese Commissie had België voor het Hof gedaagd omdat de LIMOSA aangifteplicht voor zelfstandige dienstverrichters een belemmering zou vormen op het vrij verrichten van diensten.

België heeft een systeem opgezet waarbij een buitenlandse zelfstandige dienstverrichter een gewone (=gedetailleerde) of een vereenvoudigde LIMOSA aangifte moet doen alvorens hij zijn werkzaamheden in België mag aanvatten. Op de niet-naleving van deze bepalingen staan strafsancties. De voorafgaandelijke LIMOSA aangifte heeft als doel zwartwerk te bestrijden en andere misbruiken (bijvoorbeeld schijnzelfstandigheid) tegen te gaan.

Het Hof stelt nu duidelijk dat een dergelijk systeem van voorafgaandelijke aangifteverplichting voor buitenlandse zelfstandige dienstverrichters een belemmering vormt op het vrij verrichten van diensten. Meer bepaald oordeelt het Hof dat België geenszins aantoont dat de voorafgaande verplichting om dergelijke gedetailleerde informatie mee te delen noodzakelijk is om de vooropgestelde doelstellingen te bereiken en bijgevolg als onevenredig moet worden beschouwd.

De beslissing van het Hof heeft geen invloed op de voorafgaande LIMOSA aangifteplicht bij detachering van werknemers.

> Actiepunt

Met dit arrest is de regelgeving nog niet aangepast. Het is nu aan de wetgever om de nodige maatregelen te treffen. Wij houden u op de hoogte van de verdere ontwikkelingen.