Newsflash
Mobiliteit en immigratie

De Arbeidsrechtbank van Antwerpen stelde het Hof de vraag of de regionale taalwetgeving in het kader van arbeidsrelaties verenigbaar was met het recht van de Europese Unie.

Het gaat meer bepaald om de vraag of een taalvereiste het vrij verkeer van werknemers binnen de Europese Unie niet op een onevenredige manier verhindert.

Het Hof is van oordeel dat een regeling van een gefedereerde eenheid van een lidstaat, die elke werkgever die zijn exploitatiezetel op het grondgebied van deze eenheid heeft, de verplichting oplegt om arbeidsovereenkomsten met een grensoverschrijdend karakter uitsluitend op te stellen in de officià«le taal van deze gefedereerde eenheid, op straffe van door de rechter ambtshalve aan te voeren nietigheid van deze overeenkomsten, het vrij verkeer van werknemers belemmert.

Dergelijke nietigheidssanctie is voorzien in de Vlaamse en Waalse regionale regelgeving (maar niet in Brussel).

Volgens het Hof zou een regeling die - naast een versie in de officià«le regionale taal - de mogelijkheid voorziet om een versie op te stellen in een door alle betrokken partijen begrepen taal, minder 'ingrijpen' in het vrije verkeer van werknemers, maar toch geschikt zijn om de doelstelling van de betrokken regionale regeling te waarborgen.

Het Hof volgt daarmee de stelling die ons kantoor in deze zaak voor het Hof had verdedigd.

> Actiepunt

De regionale Vlaamse en Waalse wetgevers zullen hun decreten in verband met het taalgebruik in arbeidsrelaties moeten herzien. In afwachting van deze aanpassing, blijft het aangewezen om de officià«le taal te blijven gebruiken (eventueel vergezeld van een vertaling).

 

http://ec.europa.eu/avservices/video/player.cfm?ref=I077536