Geen, onvolledige of onjuiste aangifte inzake bedrijfsvoertuigen: de RSZ kan de sanctie verminderen

Sinds 23 november 2011 kan de forfaitaire schadevergoeding die de werkgever verschuldigd is in het geval van afwezigheid, onjuistheid of onvolledigheid van een aangifte van een bedrijfswagen door de RSZ verminderd worden met 50% of 100%, indien de werkgever het bestaan van uitzonderlijke omstandigheden kan aantonen. Dit nieuw besluit houdt geen verband met de door de nieuwe regering aangekondigde hervorming van de (para-)fiscale behandeling van bedrijfswagens. Daarover berichten wij eerstdaags.

Wanneer een bedrijfswagen door de werknemer gebruikt wordt voor andere dan strikt professionele doeleinden, is de werkgever gehouden tot de betaling van een solidariteitsbijdrage, waarvan het bedrag afhankelijk is van de CO2-taks op het desbetreffende voertuig. De werkgever is er elk trimester toe gehouden met betrekking tot ieder bedrijfsvoertuig dat voor privé-doeleinden wordt gebruikt, het relatieve voordeel aan te geven.

Wanneer de werkgever nalaat één of meerdere voertuigen aan te geven of valse aangiften doet om de betaling van de solidariteitsbijdrage te ontduiken, is hij in principe een forfaitaire schadevergoeding verschuldigd, die het dubbele van de ontdoken bijdragen omvat. In de praktijk kan de RSZ de werkgever gedeeltelijk vrijstellen van deze sanctie.

Deze mogelijkheid is nu ook bevestigd door een Koninklijk Besluit. Sinds 23 november 2011 kan de RSZ, voor zover de vervallen sociale zekerheidsbijdragen betaald zijn, de forfaitaire schadevergoeding met 50% verminderen, indien de werkgever het bestaan van uitzonderlijke omstandigheden aantoont die de afwezigheid van de aangifte, of het onvolledige of onjuiste karakter ervan, kunnen rechtvaardigen. De vermindering kan zelfs 100% bedragen wanneer het beheerscomité van de RSZ in een gemotiveerde beslissing aanvaardt dat om dwingende redenen van billijkheid zo'n vermindering uitzonderlijk gerechtvaardigd is.