Newsflash
Mobiliteit en immigratie

Vandaag besliste het Europees Hof van Justitie in de zaak Altun (C-359/16) dat een rechterlijke instantie van de lidstaat van ontvangst niet gebonden is door de E101- verklaring (i.e. thans A1-verklaring) afgeleverd door de bevoegde autoriteiten van de zendstaat wanneer deze vaststelt dat die verklaring op frauduleuze wijze werd verkregen en de zendstaat nagelaten heeft om de E101-verklaring binnen een redelijke termijn te herzien.

In het kwestieuze geval hadden verschillende Bulgaarse ondernemingen werknemers naar België gedetacheerd.  Ondanks het feit dat de Bulgaarse ondernemingen nauwelijks enige activiteiten hadden in Bulgarije - één van de detacheringsvoorwaarden - waren de werknemers onderworpen aan Bulgaarse sociale zekerheid en  allen in het bezit van een E101-verklaring.

Aangezien het gemotiveerd verzoek tot intrekking van de E101-verklaringen gericht aan de Bulgaarse autoriteiten niet adequaat werd behandeld, hebben de Belgische autoriteiten juridische stappen ondernomen om de werknemers te onderwerpen aan de Belgische sociale zekerheid. Er werd een prejudiciële vraag gesteld aan het Hof van Justitie omtrent de bindende kracht van een frauduleus verkregen E101-verklaring.

Het Hof van Justitie erkent het beginsel fraus omnia corrumpit als algemeen Unierechtelijk beginsel.  Volgens het Hof vereist de vaststelling van fraude (i) een objectief en (ii) een subjectief element:

(i) Aan de voorwaarden voor een detachering is in werkelijkheid niet voldaan; en

(ii) dit wordt opzettelijk verborgen door de betrokkenen (bijvoorbeeld door een onjuiste voorstelling van de situatie of door het achterhouden van relevantie informatie).

Indien de zendstaat de vraag tot heroverweging van de afgeleverde E101-verklaring niet adequaat behandelt, kan de rechter van de ontvangsstaat die fraude vaststelt, de E101-verklaring buiten beschouwing laten.  Wel benadrukt het Hof  dat de rechter bij deze vaststelling het recht van verdediging van de betrokken personen moet waarborgen.

> Actiepunt 

Indien de zendstaat nalaat om de afgeleverde A1-verklaring te heroverwegen, is de Belgische rechter die fraude vaststelt gerechtigd om "gedetacheerde" werknemers aan de Belgische sociale zekerheid te onderwerpen.