Newsflash
Mobiliteit en immigratie

Met de wet van 11 december 2016 werd de Handhavingsrichtlijn (2014/67/EU) omgezet in het Belgisch recht. Deze wet voerde onder meer een aantal wijzigingen door in de wet van 5 maart 2002  betreffende de arbeids-, loon- en tewerkstellingsvoorwaarden in geval van detachering van werknemers in België en de naleving ervan. Eén van de nieuwigheden was de verplichting voor een buitenlandse werkgever om in België een verbindingspersoon (natuurlijk persoon) aan te duiden die het contact met de inspectiediensten verzekert. Met het KB van 14 september 2017 dat vandaag in het Belgisch Staatsblad verscheen, wordt duidelijk dat de verbindingspersoon via de Limosa-aangifte moet worden aangeduid. Het KB treedt in werking op 1 oktober 2017. 

De bedoeling van het aanduiden van een verbindingspersoon is ervoor te zorgen dat er steeds een “aanspreekpunt” is voor de inspectiediensten. De verbindingspersoon moet  elk document of advies bezorgen waar de inspectie om verzoekt en moet elk document of advies in ontvangst nemen van de inspectie dat betrekking heeft op de tewerkstelling van de gedetacheerde werknemers in België. 

De verbindingspersoon moet niet gedomicilieerd zijn in België en het kan om het even welke persoon zijn (de buitenlandse werkgever zelf indien deze een natuurlijke persoon is, een werknemer van de werkgever of een derde). 

De aanduiding van de verbindingspersoon moet met ingang van 1 oktober 2017 gebeuren via de LIMOSA-aangifte, waarbij de volgende informatie moet worden gemeld over de verbindingspersoon: (i) naam, voornamen en geboortedatum (indien de verbindingspersoon een  Belgisch identificatienummer bij de sociale zekerheid heeft, volstaat dit nummer); (ii) de hoedanigheid waarin de verbindingspersoon optreedt; (iii) de fysieke en elektronische adressen en een telefoonnummer waarop hij kan worden gecontacteerd.

Indien de buitenlandse werkgever geen verbindingspersoon aanduidt, kan hij hiervoor worden gesanctioneerd met een sanctie niveau 2 van het Sociaal Strafwetboek (hetzij een strafrechtelijke geldboete van 400 tot 4.000 EUR, hetzij een administratieve geldboete van 200 tot 2.000 EUR). 

Naast de verbindingspersoon moet voortaan in de LIMOSA-aangifte ook worden opgenomen welke de aard van de diensten is die in België worden uitgevoerd. Voorts moet in geval van uitzendarbeid het erkenningsnummer van het buitenlands uitzendbureau worden vermeld. Tot slot moet voor arbeid in de bouwsector voortaan worden gemeld of de gedetacheerde arbeiders in de zendstaat vergelijkbare voordelen genieten met de getrouwheidszegels en de weerverletzegels binnen het PC 124 (de cao van 12 september 2013).

> Actiepunt
Buitenlandse werkgevers die werknemers naar België detacheren, moeten vanaf 1 oktober 2017 in de LIMOSA-melding een verbindingspersoon (natuurlijk persoon) aanduiden om het contact met de Belgische inspectiediensten te  verzekeren.