Newsflash
Collectieve arbeidsbetrekkingen

Op maandag 29 maart is een nationale actiedag aangekondigd in het kader van de moeizame interprofessionele onderhandelingen. Wanneer er een staking aan de gang is, is het tewerkstellen van uitzendkrachten door uitzendkantoren principieel verboden. Maar wanneer is er sprake van staking? Gaat het daarbij om een absoluut verbod? En wat met de verloning van werknemers en uitzendkrachten?

Tewerkstelling van uitzendkrachten: hoe ver reikt het verbod?

De cao nr. 108 bepaalt dat een uitzendbureau geen uitzendkrachten bij een gebruiker mag tewerkstellen of aan het werk mag houden tijdens een staking (of lock-out). Het verbod lijkt ruim geformuleerd, al is de bedoeling duidelijk: er moet worden vermeden dat een stakingsactie kan worden “gebroken” door stakende werknemers te vervangen door uitzendkrachten. In dat geval zou de staking immers haar doel missen en wordt het recht op staken in de praktijk uitgehold.

Volgens de FOD WASO moet het verbod bekeken worden per personeelscategorie en per vestiging. Zo is er volgens deze benadering geen beletsel om uitzendkrachten in te zetten voor bediendefuncties indien er enkel arbeiders staken. Indien een onderneming uit meerdere vestigingen bestaat, is het inzetten van uitzendkrachten enkel verboden in die vestigingen waar gestaakt wordt.

In recente rechtspraak wordt het verbod strikter geïnterpreteerd rekening houdend met de beoogde doelstelling. Zo moest het Hof van Beroep te Antwerpen zich uitspreken over de situatie waarbij uitzendkrachten die gewoonlijk tewerkgesteld werden binnen de onderneming, op de dag van een nationale actie ook aan het werk waren. De inspectiediensten stelden een inbreuk op het tewerkstellingsverbod vast louter op basis van een lijst van de uitzendkrachten die op die dag prestaties hadden geleverd. Het Hof was vooreerst van mening dat er niet werd aangetoond dat het om een staking ging en daarnaast dat de inspectiediensten (en het arbeidsauditoraat) verder niet hadden onderzocht tot welke beroepscategorieën de stakende werknemers en uitzendkrachten behoorden en in welke afdelingen zij werden tewerkgesteld. Zowel het uitzendkantoor als de gebruiker werden vrijgesproken.

De correctionele rechtbank te Mechelen velde ook een interessant vonnis ter zake. De vraag was of een uitzendkantoor dat tijdens een nationale stakingsdag uitzendkrachten had tewerkgesteld bij twee gebruikers het verbod van cao nr. 108 overtreden had. De rechtbank kwam tot de conclusie dat het wel om een staking ging, maar dat er voor het verbod een onderscheid gemaakt dient te worden al naargelang het gaat om bestaande dan wel nieuwe uitzendkrachten, ingezet ná de stakingsaanzegging. Het verbod zonder meer toepassen op uitzendkrachten die al enige tijd tewerkgesteld waren bij de gebruiker vóór de aanvang van de staking, is een schending van het gelijkheidsbeginsel, aldus de rechtbank. Aangezien er geen bewijs geleverd werd dat de uitzendkrachten ingezet werden om de stakende werknemers te vervangen, volgde de vrijspraak.

Er wordt dus door de recente rechtspraak belang gehecht aan het feit dat moet blijken dat de betrokken uitzendkrachten op de dag van de staking effectief ingezet worden om stakende werknemers te vervangen. Op basis van deze rechtspraak kan dan ook verdedigd worden dat een staking niet zomaar betekent dat er die dag helemaal geen enkele uitzendkracht mag werken. Dergelijke interpretatie zou ook neerkomen op een inbreuk op het recht om te werken voor de uitzendkrachten. De inspectiediensten in bepaalde regio’s blijven echter streng optreden indien zij door vakorganisaties gevraagd worden om een controle uit te oefenen in specifieke bedrijven.

Het Sociaal Strafwetboek voorziet dat een sanctie van niveau 2 opgelegd kan worden voor elke overtreding van de verbodsbepaling (400 EUR – 4.000 EUR voor een strafrechtelijke boete of 200 EUR – 2.000 EUR voor een administratieve geldboete). Deze bedragen zijn te vermenigvuldigen voor elke uitzendkracht waarvoor een inbreuk wordt vastgesteld. Conform bovenstaande interpretaties, zou een inbreuk echter case by case beoordeeld moeten worden.

Er bestaat geen gelijkaardig verbod voor eventuele zelfstandige aannemers, contractors,… die in uw bedrijf werkzaam zijn op 29 maart. Zij kunnen dus hun diensten verder aanbieden.

Geen recht op loon

Volgens het basisprincipe wordt het loon betaald als tegenprestatie van arbeid verricht in uitvoering van de arbeidsovereenkomst. De Arbeidsovereenkomstenwet bepaalt echter dat de werknemer die niet of met vertraging op de plaats van het werk aankomt, of die de arbeid niet kan beginnen of voortzetten, onder bepaalde voorwaarden toch recht heeft op loon. Niettemin bepaalt de wet uitdrukkelijk dat er geen loon verschuldigd is indien de onmogelijkheid tot werken te wijten is aan een staking. Dat is zowel het geval voor de werknemer/uitzendkracht die staakt als voor de werknemer/uitzendkracht die wel werkwillig is, maar niet in staat is om te werken omdat de staking dat verhindert.

“Staking”?

Tenslotte rijst de vraag of een interprofessionele manifestatie zoals die van 29 maart a.s. eigenlijk wel een “staking” uitmaakt. Het bovenvermelde arrest van het Hof van Beroep bevestigde al eerder dat het algemeen verbod immers slechts van toepassing is indien er sprake is van een staking en dus niet zonder meer geldt bij elke actie of betoging. De cao nr. 108 heeft echter nagelaten om het begrip staking te definiëren. Teneinde die overweging te maken, laat een deel van de rechtspraak zich leiden door het aantal betrokken werknemers en de impact van de staking op de werking van de betrokken onderneming.

Het is duidelijk dat de rechtszekerheid in deze kwestie ver te zoeken is. Ondanks het feit dat er versoepelde interpretaties bestaan op de verbodsbepaling, hoeft dat uiteraard niet noodzakelijk te betekenen dat de bevoegde inspectiediensten deze standpunten ook volgen bij een controle.  

Actiepunt

Hoewel het verbod algemeen geformuleerd is, kan het volgens bepaalde rechtspraak slechts toepassing vinden indien de uitzendkrachten effectief ingezet worden om stakende werknemers te vervangen en de staking dus te “breken”. Toch lijken de inspectiediensten en de FOD WASO dit standpunt vooralsnog niet te volgen.