Newsflash
Arbeidstijd en vrije tijd

Vanaf 1 juni 2012 hebben werknemers recht op 4 maanden ouderschapsverlof. Voor de periode na het ouderschapsverlof, zullen werknemers bovendien een aanpassing van hun arbeidsregeling of werkrooster kunnen vragen.

Op 1 juni 2012 werd in het Belgisch Staatsblad het Koninklijk Besluit van 31 mei 2012 gepubliceerd dat de uitbreiding van het ouderschapsverlof regelt. Dit Koninklijk Besluit voorziet in een uitbreiding van het recht op ouderschapsverlof van drie naar vier maanden. Deze uitbreiding van het ouderschapsverlof is het gevolg van een Europese maatregel die verplicht moest worden omgezet in de Belgische wetgeving. Vanaf 1 juni 2012 zullen ouders bijgevolg het recht hebben om gedurende 4 maanden voltijds (hetzij 8 maanden halftijds, hetzij 20 maanden 4/5, hetzij een combinatie van deze stelsels) hun arbeidsprestaties te schorsen (of te verminderen) om voor een kind tot en met 12 jaar te zorgen. Voor ernstig gehandicapte kinderen wordt de leeftijdsgrens bovendien opgetrokken tot 21 jaar. Voor deze 4e maand ouderschapsverlof is er evenwel slechts een recht op onderbrekingsuitkeringen in hoofde van werknemers die de 4e maand opnemen voor kinderen geboren of geadopteerd vanaf 8 maart 2012. Werknemers kunnen wel een 4e maand ouderschapsverlof opnemen voor een kind geboren vóór 8 maart 2012, maar zullen dan geen recht hebben op onderbrekingsuitkeringen ten laste van de RVA. Voor de periode volgend op het ouderschapsverlof, voorziet het KB tot slot in een nieuw recht voor de werknemer om een aangepaste arbeidsregeling of werkrooster aan te vragen. De werknemer kan een dergelijke aanpassing vragen om redenen die verband houden met een betere combinatie tussen werk- en gezinsleven en dit voor een periode van maximum 6 maanden na het ouderschapsverlof.