Newsflash
Compensation & Benefits

De RSZ stelt in haar nieuwste versie van haar instructies voor het eerst dat de verplaatsingen van de woonplaats naar de werkplaats met een utilitair voertuig geen woon-werkverplaatsingen zijn. Een utilitair voertuig is een voertuig dat vanuit fiscaal oogpunt als "lichte vracht" wordt beschouwd.

De solidariteitsbijdrage op bedrijfswagens is verschuldigd indien de werknemer de ter beschikking gestelde wagen ook mag gebruiken voor andere dan professionele doeleinden. De RSZ beschikt terzake over een wettelijk weerlegbaar vermoeden van privégebruik. De woon-werkverplaatsing wordt beschouwd als een privéverplaatsing. Van zodra de werknemer de bedrijfswagen hiervoor mag gebruiken, is de solidariteitsbijdrage aldus verschuldigd.

Eerder bevestigde de RSZ dat er geen sprake is van een woon-werkverplaatsing indien de werknemer geen "vaste plaats van tewerkstelling" heeft (zie onze Newsflash  van 22 mei 2014). Er is sprake van een "vaste plaats van tewerkstelling" indien de werknemer zich meer dan 40 (al dan niet opeenvolgende) dagen per jaar met de wagen verplaatst naar dezelfde plaats.

Thans stelt de RSZ voor het eerst in haar instructies dat de verplaatsing van de woonplaats naar de werkplaats met een utilitair voertuig niet beschouwd wordt als "woon-werkverplaatsing", zelfs indien de werknemer steeds op dezelfde plaats is tewerkgesteld. Voor dergelijke utilitaire voertuigen geldt de 40-dagen-regel dus niet. Voor het begrip "utilitair voertuig", verwijst de RSZ naar de voertuigen die de fiscus kwalificeert als "lichte vracht".

Opdat er voor utilitaire voertuigen geen solidariteitsbijdrage verschuldigd zou zijn, is ander privégebruik van de bedrijfswagen (bijvoorbeeld het gebruik van de bedrijfswagen tijdens het weekend) strikt verboden.

> Actiepunt

Bij de aankoop van nieuwe bedrijfswagens kan het nuttig zijn om rekening te houden met dit nieuwe standpunt van de RSZ. Met utilitaire voertuigen is er immers geen sprake van "woon-werkverplaatsing".