Sectoraal akkoord in paritair comité 218 inzake outplacement - CAO van 10 juli 2014 betreffende het recht op outplacement voor sommige bedienden

Op 10 juli 2014 werd in het Aanvullend Paritair Comité voor de Bedienden (ANPCB) de sectorale outplacementregeling aangepast aan de nieuwe regels inzake outplacement.

In het kader van het eenheidsstatuut werd het recht op outplacementbegeleiding vanaf 1 januari 2014 sterk uitgebreid. De in het paritair comité nr. 218 bestaande sectorale outplacementregeling moest dan ook worden aangepast aan deze verruiming. Dit gebeurde nu via de sectorale CAO van 10 juli 2014.

De bestaande sectorale outplacementregeling met tussenkomst van Cevora voor 45-plussers wordt behouden. Deze sectorale outplacementregeling wordt nu ook grotendeels toegepast voor bedienden die ontslagen worden met een opzeggingstermijn van minstens 30 weken.

Daarnaast wordt nu op sectorniveau ook een optionele outplacementregeling voorzien bij Cevora voor bedienden die ontslagen worden met een opzeggingsvergoeding van minstens 30 weken loon. De werkgever die opteert voor deze specifieke sectorale regeling, moet 1/12de van het jaarloon betalen aan het Sociaal Fonds van het paritair comité nr. 218 indien de werknemer het outplacementaanbod aanvaardt (met een minimum van 1.800 EUR en een maximum van 5.500 EUR). Vier weken loon worden dan aangerekend op de verschuldigde opzeggingsvergoeding.

De CAO treedt retroactief in werking op 1 januari 2014, met uitzondering van de bepalingen die betrekking hebben op het ontslag met een opzeggingsvergoeding van minstens 30 weken loon die in werking treden op 10 juli 2014. Er geldt ook een specifieke overgangsregeling voor 45-plussers waarvan de arbeidsovereenkomst vóór 1 september 2014 verbroken wordt met een opzeggingsvergoeding van minstens 30 weken loon.

> Actiepunt

Indien uw onderneming valt onder het paritair comité nr. 218 dient u rekening te houden met de CAO van 10 juli 2014 die de regels inzake outplacement op sectorniveau vastlegt.