Newsflash
Compensation & Benefits

De sociale zekerheidsbijdragen worden berekend op “loon”. De toepasselijke sociale zekerheidsreglementering verwijst hiervoor naar het loonbegrip zoals gedefinieerd door de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers.

In zijn meest recente Instructies heeft de RSZ zijn interpretatie van het loonbegrip aangepast waardoor het loonbegrip aanzienlijk wordt uitgebreid.

Een voordeel wordt volgens de wettelijke bepalingen slechts beschouwd als loon onderworpen aan sociale zekerheidsbijdragen indien de volgende vier wettelijke voorwaarden voldaan zijn:

  • het voordeel moet in geld waardeerbaar zijn;
  • de werknemer moet recht hebben op dit voordeel;
  • het voordeel moet ten laste zijn van de werkgever;
  • het voordeel moet worden toegekend ingevolge de dienstbetrekking.

Indien één (of meer) van de wettelijke voorwaarden niet is (zijn) vervuld, wordt het voordeel in principe niet beschouwd als loon en zijn er bijgevolg geen sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd.

Tot voor kort was een voordeel niet “ten laste van de werkgever” zolang het voordeel noch financieel (economisch), noch juridisch (de werknemer kan de toekenning van het voordeel juridisch afdwingen van de werkgever indien hij het voordeel niet ontvangt) ten laste was van de werkgever.

Volgens de nieuwe Instructies van de RSZ is er voortaan sprake van een voordeel “ten laste van de werkgever” van zodra “de toekenning het gevolg is van de prestaties geleverd in het kader van de arbeidsovereenkomst die met die werkgever werd afgesloten of verband houdt met de functie die de werknemer bij die werkgever uitoefent”.De RSZ leunt hiermee wel heel erg dicht aan bij het bijzonder ruime fiscale loonbegrip.

Het komt ons voor dat deze “Instructies” niet in lijn zijn met de wettelijke definitie die in vier cumulatieve voorwaarden voorziet. Eén duidelijk onderscheiden voorwaarde is dat het voordeel “ten laste van de werkgever” moet zijn. Met  de nieuwe “instructies” is er nu verwarring ontstaan tussen de derde voorwaarde (“ten laste van de werkgever”) en de vierde voorwaarde (“ingevolge de dienstbetrekking”). Het oorzakelijk verband met de arbeidsrelatie volstaat niet: het voordeel moet tevens “ten laste zijn van de werkgever” om als loon te worden beschouwd.

Deze uitbreiding van het loonbegrip kan onder meer gevolgen hebben voor aandelen toegekend door een moedermaatschappij aan werknemers van dochtervennootschappen (ook al zijn deze noch financieel noch juridisch ten laste van deze vennootschappen). Ingevolge de nieuwe Instructies is de kans reëel dat de RSZ - ons inziens in strijd met de wetgeving - hierop sociale zekerheidsbijdragen zal vorderen.

> Actiepunt

Ondanks het feit dat de nieuwe Instructies van de RSZ voor kritiek vatbaar zijn, moet men er rekening mee houden dat er een kans op betwistingen bestaat. De toekomst zal uitwijzen of de rechtbanken en hoven de wettelijke criteria zoals die tot nu toe werden ingevuld, blijven toepassen.