Newsflash
Gegevensbescherming en privacy

Drie jaar geleden, op 10 juni 2007, trad de Wet op de Bewakingscamera’s – kortweg ‘de Camerawet’ genoemd - in werking. Het cameragebruik op de werkvloer was reeds geregeld door de cao nr. 68.

De Camerawet bevat echter een aantal nieuwe specifieke verplichtingen voor ondernemingen die camera's niet enkel gebruiken met het oog op de controle van werknemers op de arbeidsplaats, maar ook met het oog op het voorkomen van misdrijven door buitenstaanders binnen de publieke ruimten van hun onderneming. Vaak wordt hetzelfde camerasysteem tegelijk voor de verschillende doeleinden gebruikt. Denken we maar aan warenhuizen of bankagentschappen die aan de hand van camera's enerzijds toezicht wensen uit te oefenen op hun werknemers en anderzijds misdrijven door hun klanten (vb. diefstal) trachten te voorkomen.

De Camerawet biedt ondernemingen die reeds voor haar inwerkingtreding bewakingscamera's hadden geplaatst, nog tot 10 juni 2010 de mogelijkheid om zich

in lijn te stellen met de wet, wat concreet voornamelijk tot gevolg heeft dat:

  • er een thematische aangifte moet worden gedaan via het e-loket van de privacycommissie;
  • er een pictogram aan de ingang moet worden gehangen die het publiek waarschuwt dat er gebruik wordt gemaakt van bewakingscamera's;
  • de beelden in principe enkel in real time mogen worden bekeken om onmiddellijk te kunnen ingrijpen bij misdrijven;
  • de beelden uitsluitend mogen worden opgenomen en (in principe maximum voor één maand) mogen worden bewaard om bewijzen te verzamelen van de misdrijven en desgevallend de daders, getuigen of slachtoffers op te sporen en te identificeren.

Het is van belang het camerasysteem tijdig aan te passen aan de Camerawet aangezien de bepalingen van deze wet worden gesanctioneerd met strafsancties. Bovendien kan een bewijs dat in strijd met deze wet wordt verkregen, achteraf beschouwd worden als onrechtmatig verkregen bewijs.