Newsflash
Einde van de arbeidsovereenkomst
Compensation & Benefits

De Wet houdende diverse bepalingen van 30 december 2009 bepaalt dat een crisispremie verschuldigd is aan arbeiders die ontslagen worden in de periode van 1 januari 2010 tot en met 30 juni 2010.

Deze premie bedraagt 1.666 EUR en de betaling ervan wordt in principe verdeeld tussen de RVA (1.111 EUR) en de werkgever (555 EUR). De wijze van betaling dient echter nog bevestigd te worden in het koninklijk uitvoeringsbesluit.

Het bedrag is vrij van belastingen en sociale zekerheidsbijdragen.

In een aantal gevallen is de premie niet verschuldigd, namelijk:

- ontslag tijdens proeftijd;

- ontslag om dringende reden;

- ontslag met oog op brugpensioen of pensioen;

- ontslag in het kader van een collectief ontslag waarbij de arbeider zich kan inschrijven in een tewerkstellingscel.

Daarnaast is de werkgever vrijgesteld van de betaling van zijn deel van de premie, indien in 2010:

- ofwel toepassing werd gemaakt van de bijzondere crisismaatregelen;

- ofwel toepassing werd gemaakt van tijdelijke werkloosheid (en dit gedurende minstens vier weken voor arbeiders met minder dan 20 jaar anciënniteit en minstens acht weken voor arbeiders met ten minste 20 jaar anciënniteit).

In beide gevallen betaalt de RVA de volledige crisispremie.

Om het ontslag tegenstelbaar te maken aan de RVA is in de Wet een verplichting tot kennisgeving van het ontslag door de werkgever per aangetekende brief of gerechtsdeurwaarderexploot voorzien. Dit geldt ook voor een ontslag zonder opzeggingstermijn en heeft tot gevolg dat, indien de kennisgeving gebeurt per aangetekende brief, het ontslag pas uitwerking heeft op de derde werkdag na de verzending.

Een ontslag zonder dergelijke kennisgeving blijft mogelijk, maar dan moet de werkgever de volledige crisispremie wel zelf betalen (1.666 EUR in plaats van 555 EUR).