Newsflash
Sociale inspecties en strafrecht

Op 21 april 2016 werd in het Belgisch Staatsblad een wet gepubliceerd die het Sociaal Strafwetboek wijzigt en aanvult. Vanaf 1 mei 2016 zullen een heel aantal nieuwe strafbaarstellingen in het Sociaal Strafwetboek staan.

De belangrijkste nieuwe “sociale misdrijven” kaderen enerzijds in de volop lopende strijd tegen sociale fraude, waaronder zwartwerk, en anderzijds in de de bevordering van welzijn op het werk met een grote aandacht voor de preventie van psychosociale risico’s.

In het kader van de strijd tegen de sociale fraude, is de meest opvallende toevoeging de (her)invoering van de mogelijkheid om de werknemer (of zelfstandige of ambtenaar) die niet-aangegeven arbeid verricht te bestraffen, ook indien deze geen vervangingsinkomen geniet. Een dergelijke mogelijkheid bestaat sinds eind 2009, maar trad nooit daadwerkelijk in werking.

Om aan de desbetreffende werknemer een sanctie te kunnen opleggen, moet evenwel aan twee voorwaarden cumulatief zijn voldaan:

  • de werknemer moet wetens en willens niet-aangegeven arbeid uitoefenen;
  • bovendien moet er tegen de werkgever een proces-verbaal opgesteld zijn voor de niet-aangegeven tewerkstelling.

Deze laatste voorwaarde impliceert dus dat de werkgever zelf boetes riskeert, alsook een mogelijke correctionele vervolging.

In voorkomend geval riskeert de betrokken werknemer een administratieve geldboete, en indien hij een vervangingsuitkering geniet is ook een strafrechtelijke geldboete mogelijk.  De werkgever riskeert op zijn beurt ook een strafrechtelijke vervolging.

In het kader van het welzijnsbeleid op het werk, wordt het belang van de preventie van psychosociale risico’s (onder meer stress, burn-out, geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag) benadrukt door vrijwel elke niet of niet correcte uitvoering van verplichtingen in dat verband strafbaar te stellen. Om er maar enkele te noemen:

  • Geen interne procedures vaststellen (met het akkoord van het comité voor preventie en bescherming op het werk) of deze niet in het arbeidsreglement opnemen;
  • Geen risicoanalyse van een specifieke arbeidssituatie uitvoeren wanneer een lid van de hiërarchische lijn of ten minste één derde van de werknemersvertegenwoordigers in het comité hierom verzoeken, of dergelijke risicoanalyse uitvoeren zonder medewerking van de werknemers of de preventieadviseur;
  • Geen passende preventiemaatregelen nemen;
  • Niet de verplichtingen van de hiërarchische lijn bepalen inzake de preventie van psychosociale risico’s;
  • Een verzoek tot formele psychosociale interventie niet op een correcte manier afhandelen, hierover geen overleg plegen met de werknemersvertegenwoordigers, hierover geen gemotiveerde beslissing nemen en/of deze beslissing niet meedelen aan de personen die er recht op hebben;
  • een preventieadviseur psychosociale aspecten of een vertrouwenspersoon aanstellen die niet aan alle wettelijke voorwaarden voldoet.

> Actiepunt
De nieuwe wetgeving onderstreept nog meer het belang van een correcte dimona-aangifte. Volg dus nog zorgvuldiger dimona’s op, zeker wanneer u hiervoor een beroep doet op eventuele tussenpersonen.
Verder is het ook belangrijk om als werkgever je verplichtingen inzake welzijn en ter preventie van psycosociale risico’s strikt na te leven.