Kruimelpad
Nieuwe bijdragen brugpensioen en pseudobrugpensioen in werking vanaf 1 april 2010
In onze eerdere newsflashes brachten we u reeds op de hoogte van de verhoogde bijdragen op brugpensioenen, aanvullende vergoedingen bij sommige sociale zekerheidsuitkeringen en uitkeringen voor invaliditeit, zoals opgenomen in de programmawet van 23 december 2009 en de wet houdende diverse bepalingen van 30 december 2009.
Door een Koninklijk Besluit dat gisteren gepubliceerd werd in het Staatsblad, treden deze verhoogde bijdragen in werking vanaf 1 april 2010.
Concreet betekent dit dat de volgende bijdragen verschuldigd zullen zijn:
1. Werkgeversbijdragen op lopende brugpensioenen
Voor de lopende brugpensioenen treden de degressieve percentages in werking, die reeds bepaald werden in de wet van 27 december 2006:
Leeftijd in de maand waarin de brugpensioenvergoeding wordt betaald |
Bijdrage (% van de aanvullende vergoedingen) |
Jonger dan 52 jaar |
30% |
52 - 54 jaar |
24% |
55 - 57 jaar |
18% |
58 - 59 jaar |
12% |
60 jaar en ouder |
6% |
2. Werkgeversbijdragen op lopende pseudobrugpensioenen (canada dry) en aanvullingen bij uitkeringen tijdskrediet
Op de aanvullende vergoedingen betaald in het kader van een lopend pseudobrugpensioen, is een bijzondere werkgeversbijdrage van 32,25% verschuldigd. Deze bijdrage is enkel verschuldigd vanaf de maand waarin de werknemer 50 jaar wordt.
3. Werkgeversbijdragen op nieuwe brugpensioenen en pseudobrugpensioenen
Voor de (pseudo)bruggepensioneerden waarvan de opzegging of de verbreking van de arbeidsovereenkomst betekend werd na 15 oktober 2009 en waarvan het (pseudo)brugpensioen ingaat ten vroegste op 1 april 2010, zullen bijdragen verschuldigd zijn in functie van de instapleeftijd:
Instapleeftijd |
Bijdrage (% van de aanvullende vergoedingen) |
Jonger dan 52 jaar |
50% |
52 - 54 jaar |
40% |
55 - 57 jaar |
30% |
58 - 59 jaar |
20% |
60 jaar en ouder |
10% |
Ook hier geldt dat de bijdragen op aanvullingen in het kader van een pseudobrugpensioen enkel verschuldigd zijn vanaf de maand waarin de werknemer 50 jaar wordt.
4. Werknemersbijdragen
Op zowel lopende als nieuwe (pseudo)brugpensioenen en aanvullingen bij tijdskrediet moet de werkgever 6,5% inhouden en doorstorten aan de RSZ.
In het Koninklijk Besluit dat vandaag werd gepubliceerd, zijn iets lagere bijdragen voorzien voor ondernemingen erkend als onderneming in herstructurering of in moeilijkheden. De verhoogde bijdragen zijn bovendien niet van toepassing op ondernemingen die een intentie tot collectief ontslag hebben betekend of erkend werden als onderneming in herstructurering of in moeilijkheden voor 15 oktober 2009.
Het Koninklijk Besluit voorziet ook in een vrijstelling van bijdragen in geval van werkhervatting bij een andere werkgever en verhoging van de bijdragen op (pseudo)brugpensioenen indien niet in een doorbetaling bij werkhervatting wordt voorzien.