Newsflash
Mobiliteit en immigratie

Het Hof van Justitie bevestigt in haar arrest van 14 september 2017 haar eerdere rechtspraak in verband met werknemers die gelijktijdig in meerdere lidstaten werken. Deze werknemers kunnen zich wenden tot de rechtbanken van de plaats van waaruit ze het belangrijkste deel van hun verplichtingen ten aanzien van hun werkgever vervullen. De nationale rechter moet deze plaats in concreto bepalen aan de hand van alle relevante omstandigheden. Voor het vliegend personeel in de luchtvaartsector kan de ‘thuisbasis’ een belangrijke aanwijzing zijn zonder hiermee te kunnen worden gelijkgesteld.

Een aantal leden van het cabinepersoneel van Ryanair met als ‘thuisbasis’ Charlerloi waren in 2011 naar de arbeidrechtbank gestapt. Volgens hun arbeidsovereenkomsten was Iers recht op hen van toepassing en de Ierse rechter bevoegd. Ze waren het hiermee niet eens en vorderden allerhande achterstallen en een vertrekpremie volgens Belgisch recht.

Ryanair riep in dat de Belgische rechtbanken niet bevoegd waren. Dit had tot gevolg dat een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie werd gesteld omtrent het begrip ‘plaats van gewoonlijke tewerkstelling’ dat in een grensoverschrijdende tewerkstellingsituatie de bevoegde rechter aanwijst. De uitspraak heeft betrekking op de vroegere Brussel I Verordening maar een gelijkaardige bepaling is voorzien in de huidige Brussel Ibis Verordening. Bovendien wordt het begrip ook gehanteerd in het Verdrag van Rome en de Rome I Verordening om het toepasselijke recht te bepalen. 

Het Hof van Justitie herhaalt haar principes en benadrukt dat de nationale rechter alle relevante aanwijzingen in beschouwing moet nemen om na te gaan waar of van waaruit de werknemer gewoonlijk werkt. Komen onder meer in aanmerking: de plaats van waaruit de werknemer zijn transportopdrachten verricht, de plaats waar hij na zijn opdrachten terugkeert, de plaats waar hij zijn instructies voor zijn opdrachten ontvangt en zijn werk organiseert, en op welke plaats zich de arbeidsinstrumenten bevinden. Voor de luchtvaartsector komt daarbij de plaats waar de betrokken luchtvaartuigen zijn gestationeerd en de werknemers hun ‘thuisbasis’ hebben. Deze laatste vormt een belangrijke aanwijziging maar kan niet worden gelijkgesteld met de plaats van gewoonlijke tewerkstelling. Evenmin kan deze worden gelijkgesteld met de nationaliteit van het vliegtuig.

> Actiepunt
Ga voor werknemers die in meerdere lidstaten werken steeds na waar of van waaruit ze het belangrijkste deel van hun verplichtingen vervullen, rekening houdend met alle concrete omstandigheden, om de bevoegde rechter en het toepasselijke recht te bepalen.

HvJ 14 september 2017, C-168/16 et C169/16.