Internationale mobiliteit: Vrijstelling bijhouden ‘nieuwe’ sociale documenten en aanduiding verbindingspersoon

Met de Detacheringswet van 11 december 2016 werd de Handhavingsrichtlijn (2014/67/EU) geïmplementeerd in België. Een aantal uitvoeringsmodaliteiten werden reeds geconcretiseerd via het KB van 14 september 2017 (o.a. aanduiding verbindingspersoon). Met het KB van 5 december 2017 wordt de bestaande wetgeving verder afgestemd op de Detacheringswet. Dit betreft enerzijds de vrijstelling van het bijhouden van de ‘nieuwe’ sociale documenten die met de Detacheringswet werden ingevoerd en anderzijds de procedure voor het aanduiden van de verbindingspersoon voor twee categorieën van gedetacheerde werknemers die vrijgesteld zijn van de LIMOSA-meldingsplicht. Het KB treedt in werking op 1 februari 2018. 

Buitenlandse werkgevers die werknemers naar België detacheren moeten een aantal sociale documenten bijhouden, tenzij zij daarvan zijn vrijgesteld (maximaal 12 maanden). 

Met het nieuwe KB wordt nu ook een vrijstelling ingevoerd voor het bijhouden van de ‘nieuwe’ sociale documenten die buitenlandse werkgevers sinds de Detacheringswet moeten bijhouden (met name kopie van de arbeidsovereenkomst, informatie m.b.t. valuta waarin het loon wordt betaald,  het arbeidstijdenoverzicht en de betalingsbewijzen van de lonen) voor een aantal werknemers die vrijgesteld zijn van de LIMOSA-meldingsplicht (bv. voor vergaderingen in beperkte kring). De nieuwe vrijstelling geldt echter niet voor de werknemers die vrijgesteld zijn van de LIMOSA-meldingsplicht in de internationale transport, voor de initiële assemblage en/of eerste installatie van goederen en voor de dringende onderhoudswerken of reparatiewerken.

Met ingang van 1 oktober 2017 moeten buitenlandse werkgevers voorafgaandelijk aan de detachering een verbindingspersoon aanwijzen via de LIMOSA-melding (zie onze newsflash van 20 september 2017 ). Voor een aantal werknemers die vrijgesteld zijn van de LIMOSA-meldingsplicht, wordt nu bepaald hoe de verbindingspersoon moet worden aangeduid. Het betreft in het bijzonder:

• de werknemers tewerkgesteld in de sector van het wegvervoer van personen of goederen (met uitzondering van cabotageactiviteiten op het Belgisch grondgebied waarvoor een LIMOSA-meldingsplicht geldt); en
• de werknemers die naar België worden gedetacheerd voor de initiële assemblage en/of de eerste installatie van een goed (voor maximaal acht dagen en met uitzondering van activiteiten in de bouwsector waarvoor eveneens een LIMOSA-meldingsplicht geldt).

Voor beide categorieën van werknemers moet de werkgever de identificatie- en adresgegevens van de verbindingspersoon aan de sociale inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten meedelen per e-mail ( SPOC.LabourInspection@employment.belgium.be ) of  per post. De gegevens zijn dezelfde als deze die via de LIMOSA-melding moeten worden meegedeeld.  

> Actiepunt 
Ga bij detachering van buitenlandse werknemers naar België na of en welke sociale documenten er moeten worden bijgehouden en of er een verbindingspersoon moet worden aangeduid.