Newsflash
Herstructurering en overdracht van ondernemingen

Een recente studie uitgevoerd door ons kantoor toont een aantal interessante trends in het herstructureren van ondernemingen. Brugpensioen blijft populair en de brugpensioenleeftijd is niet opmerkelijk gestegen. Vrijwillige hertewerkstellingsmaatregelen blijven zeldzaam.

Claeys & Engels heeft veertig herstructureringen geanalyseerd (die ongeveer 30 % van de aangekondigde herstructureringen vertegenwoordigen) die gepaard gingen met een collectief ontslag en/of een sluiting van een onderneming of een afdeling daarvan. Vervolgens hebben we de cijfers van 2011 vergeleken met gelijkaardige analyses die we uitgevoerd hebben in 2004 en 2008.

De consultatiefase duurt langer. De gemiddelde consultatiefase is gestegen van 39 dagen in 2004 naar 51 dagen in 2008 en naar 83 dagen in onze laatste studie. De onderhandelingsfase is verkort van gemiddeld 39 dagen in 2004 tot 36 dagen in 2008 en 33 dagen in 2011. De reden daarvoor is dubbel: in recente herstructureringen probeert men de onderhandelingen reeds gedurende de consultatiefase te starten en anderzijds hebben wetwijzigingen een aantal fiscaal gunstige voordelen verminderd, zodat minder ruimte wordt gelaten voor discussie.

De kost van sociale plannen blijft stijgen. Sociale plannen voorzien in extralegale voordelen die de kost van de ontslagen doen stijgen met gemiddeld 178 % voor arbeiders en met 32 % voor bedienden ten aanzien van de wettelijke kost. In 2004 bedroeg de stijging van de kosten voor arbeiders 162 % en voor bedienden slechts 10 %. De aanzienlijke stijging voor de bedienden is wellicht in belangrijke mate veroorzaakt door de nieuwe socialezekerheidsbijdragen op brugpensioenvergoedingen.

Brugpensioen blijft populair. Hoewel de regering in 2005 had aangekondigd dat zij het aantal situaties waarin brugpensioen op een relatief jonge leeftijd toegelaten is, drastisch zou verminderen, is de gemiddelde brugpensioenleeftijd slechts geëvolueerd van 53.9 in 2004 naar 54.2 in 2011.

Inhoud van een sociaal plan. Sociale plannen (% van alle gevallen) bevatten nog steeds een grote variëteit aan bijkomende voordelen: aanvullingen op de werkloosheidsuitkeringen (56 %); bijkomende vertrekpremies (46 %); verhoogde opzeggingsvergoedingen (37 % voor bedienden en 15 % voor arbeiders). Vrijwillige hertewerkstellingsmaatregelen blijven relatief zeldzaam: vrijwillig vertrek met specifieke financiële voorwaarden (38 %), premies voor werknemers die een nieuwe tewerkstelling vinden binnen een bepaalde periode na het ontslag (24 %).