Diverse vergoedingen bij beëindiging arbeidsovereenkomst- en niet-concurrentievergoedingen - onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen
Vanaf 1 oktober 2013 zijn de niet-concurrentievergoedingen die betaald worden ingevolge een overeenkomst die gesloten werd binnen de 12 maanden volgend op het einde van de arbeidsovereenkomst, voortaan onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen. Hetzelfde geldt voor de beschermingsvergoedingen en de uitwinningsvergoedingen.
Het koninklijk besluit van 24 september 2013, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 27 september 2013, ligt in de lijn van de wens van de regering om de sociale fraude te bestrijden.
De niet-concurrentievergoedingen en niet-afwervings-vergoedingen die betaald worden in uitvoering van een overeenkomst die gesloten werd in de 12 maanden volgend op het einde van de arbeidsovereenkomst, zijn voortaan onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen.
Daarnaast worden eveneens de beschermingsvergoedingen (i.v.m. zwangerschap, tijdskrediet enz.) en de uitwinningsvergoeding van een handelsvertegenwoordiger, onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen.
De volgende vergoedingen worden vooralsnog niet onderworpen :
- de wettelijke sluitingsvergoeding;
- de vergoeding collectief ontslag (C.A.O. nr. 10);
- de vergoeding wegens willekeurig ontslag van een arbeider (artikel 63 van de wet van 3 juli 1978) waarop het recht ontstaan is voor 1 januari 2014.
Het koninklijk besluit van 24 september 2013 treedt in werking op 1 oktober 2013 en bevat geen enkele overgangsmaatregel.
> Actiepunt
De ontslagkosten worden verzwaard door de patronale socialezekerheidsbijdragen die voortaan van toepassing zijn op bijna alle vergoedingen die in dat kader betaald worden.