De Wijninckxbijdrage: van uitstel komt afstel?
In 2012 werd de zogenaamde “Wijninckxbijdrage” van 1,5% ingevoerd op pensioenbijdragen van meer dan 30.000 EUR per werknemer, per jaar. Er werd zowel in een overgangsregeling, als in een definitieve regeling voorzien om te bepalen of deze grens van 30.000 EUR is overschreden. Oorspronkelijk zou de definitieve regeling ingaan op 1 januari 2016. Dit werd eerder reeds uitgesteld tot 1 januari 2017. De wet van 30 september 2017 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, die vandaag werd gepubliceerd, stelt de definitieve regeling opnieuw uit, tot 1 januari 2019.
In de overgangsregeling geldt een andere berekeningswijze en drempel dan deze voorzien in de definitieve regeling.
In de overgangsregeling moet rekening gehouden worden met de werkgevers- en werknemersbijdragen (pensioen en overlijdensdekking). Op het gedeelte daarvan dat de drempel van 31.836,00 EUR (geïndexeerd bedrag 2017) overschrijdt en dat niet door de aangeslotene wordt gedragen, geldt de 1,5% bijdrage.
In de definitieve regeling zal een andere berekeningsbasis gelden en wordt het drempelbedrag vervangen door de zogenaamde ‘pensioendoelstelling’. De 1,5% bijdrage zal dan verschuldigd zijn op alle werkgeversbijdragen indien de som van het totaal aanvullend pensioen (opgebouwde pensioenreserves) en het wettelijk pensioen (forfaitaire raming) de pensioendoelstelling overschrijdt. Deze pensioendoelstelling zal gelijk zijn aan het maximale ambtenarenpensioen (78.453,60 EUR in 2017) vermenigvuldigd met de loopbaanbreuk van de werknemer.
Door dit nieuwe uitstel, blijft de overgangsregeling verder van toepassing tot en met 31 december 2018. Het uitstel komt er omdat de regering voorrang heeft gegeven aan de invoering van ‘mypension’, waardoor de verschillende actoren die betrokken zijn bij de berekening en inning in de definitieve regeling (zoals o.a. Sigedis) nog niet klaar zijn.
> Key message
De overgangsregeling van de Wijninckxbijdrage blijft verder van toepassing tot en met 31 december 2018.