Newsflash
Arbeidstijd en vrije tijd

In België kan een transportonderneming een boete krijgen van 1.800 EUR wanneer een chauffeur zijn normale wekelijkse rusttijd in zijn voertuig doorbrengt. Een transportonderneming vroeg aan de Raad van State de vernietiging van deze regeling wegens strijdigheid met de Europese verordening die de rusttijden regelt. De Raad van State vroeg het Europese Hof van Justitie de verordening uit te leggen. Het Hof in Luxemburg heeft op 20 december 2017 bevestigd dat chauffeurs hun normale wekelijkse rusttijden niet in het voertuig mogen doorbrengen.

De verordening 561/06 die de rij- en rusttijden in het wegtransport regelt, voorziet dat chauffeurs minstens een normale wekelijkse rustpauze hebben van 45 uren. Chauffeurs kunnen deze normale wekelijkse rustpauze per periode van twee opeenvolgende weken combineren met een verkorte wekelijkse rustpauze van minstens 24 uur.

De tekst van de verordening voorziet daarnaast dat chauffeurs “hun dagelijkse rusttijden en hun verkorte wekelijkse rusttijden (minstens 24 uren)” in de vrachtwagen mogen doorbrengen, op voorwaarde dat de vrachtwagen behoorlijke slaapfaciliteiten biedt en stil staat.

De vraag rees of de verordening toelaat dat naast de dagelijkse en verkorte wekelijkse rust, ook de “normale” wekelijkse rust (minstens 45 uur) in de vrachtwagen wordt doorgebracht.

In haar arrest van 20 december 2017 oordeelde het Hof van Justitie dat de verwijzing in de tekst naar de dagelijkse rust en de verkorte wekelijkse rust, uitsluit dat ook de “normale” wekelijkse rust in de vrachtwagen mag worden doorgebracht. Anders zou de Europese wetgever verwezen hebben naar de wekelijkse rusttijd zonder meer, niet naar de verkorte wekelijkse rusttijd.

Bovendien herinnert het Hof ook aan de ontstaansgeschiedenis van de Verordening waarbij het Europees Parlement een ontwerptekst verwierp die de normale wekelijkse rusttijd wél toeliet in de vrachtwagen. De hygiëne en het welzijn van de chauffeurs zouden hierdoor in het gedrang komen.

Tot slot herinnert het Hof aan de bedoeling van de wetgeving, met name een harmonisering van de concurrentievoorwaarden, een verbetering van de arbeidsvoorwaarden en meer algemeen de verkeersveiligheid. Met deze doelstellingen kan het niet anders dan dat de normale wekelijkse rust buiten de vrachtwagen moet worden doorgebracht. Het Hof noemt een vrachtwagen ongeschikt voor het doorbrengen van de normale wekelijkse rust, zelfs al zijn de nieuwste vrachtwagens voorzien van de modernste faciliteiten en bepaalt de verordening niet concreet wat dan wel een passende en geschikte accommodatie voor de chauffeurs zou moeten zijn.

> Actiepunt

Transportondernemingen moeten zorgen dat chauffeurs hun normale wekelijkse rusttijd nemen in een andere accommodatie dan de vrachtwagen.