Newsflash
Sociale inspecties en strafrecht

In een recent arrest van 28 september 2010 heeft het Hof van Cassatie, in een strafzaak, het gebruik van het strafrechtelijk misdrijf « belaging » (art. 442bis S.W.) in het kader van pesten op het werk verduidelijkt.

In casu had een dame een strafrechtelijke klacht neergelegd tegen haar hiërarchische overste op grond van belaging omdat :

  • zij negatieve evaluaties gekregen had die volgens haar onterecht waren en haar tot een depressie hadden gebracht ;

  • haar overste haar bruusk (met geweld) aan de deur van zijn bureau gezet had;

  • en, tenslotte had volgens haar de overste er ook voor gezorgd dat de Franse Gemeenschap haar tijdelijk contract niet verlengd had.

De Kamer van inbeschuldigingstelling oordeelde dat weliswaar de rust van de werknemer verstoord was maar niet voldoende ernstig om de daden van de hiërarchisch overste te kunnen beschouwen als een "belaging" en had de hiërarchische overste bijgevolg niet verwezen naar de strafrechtbank.

Het Hof van Cassatie bevestigt het principe dat de arbeidsrechtbanken al enige tijd huldigen in de burgerrechtelijke procedures rond pesten op het werk: er moet sprake zijn van een objectiveerbaar foutief gedrag en het is bijgevolg niet voldoende dat het beweerde slachtoffer van pesterijen op het werk subjectief een verstoring van de rust ervaart.

Voor belaging is bovendien volgens het Hof van Cassatie vereist dat de dader doelbewust handelingen heeft gesteld om de rust van het slachtoffer ernstig en zonder enige redelijke rechtvaardiging te verstoren.

Art. 442bis SW : Hij die een persoon heeft belaagd terwijl hij wist of had moeten weten dat hij door zijn gedrag de rust van die bewuste persoon ernstig zou verstoren, wordt gestraft met gevangenisstraf van vijftien dagen tot twee jaar en met geldboete van vijftig euro tot driehonderd euro of met een van die straffen alleen.