Beëindingsvergoedingen en sociale zekerheidsbijdragen - Terug naar de vrijstelling van bepaalde beschermingsvergoedingen

Na besloten te hebben om quasi alle beëindigingsvergoedingen aan sociale zekerheidsbijdragen te onderwerpen, heeft de regering een stap teruggezet en besloten om de vrijstelling voor bepaalde beschermingsvergoedingen te behouden.

Sinds 1 oktober 2013, was de meerderheid van de beëindigingsvergoedingen, waaronder enkele beschermingsvergoedingen (in verband met het moederschapsverlof, het tijdskrediet) en de niet-concurrentie- en niet-afwervingsvergoedingen (zie onze Newsflash van 30/09/2013) onderworpen aan sociale zekerheidsbijdragen.

Deze hervorming leidde tot een onverenigbaarheid tussen deze beëindigingsvergoedingen en werkloosheidsuitkeringen (zie onze Newsflash van 15/11/2013).

Als reactie op de kritiek op beide maatregelen, heeft de regering, bij Koninklijk besluit van 21 december 2013, het vrijstellingsregime terug ingevoerd voor bepaalde "beschermings"-vergoedingen (moederschap, tijdskrediet, ...).

In dezelfde optiek heeft de regering, bij Koninklijk besluit van 26 december 2013, ook de onverenigbaarheid tussen deze vergoedingen en de werkloosheidsuitkeringen herzien. Deze vergoedingen kunnen dus opnieuw met werkloosheidsuitkeringen gecumuleerd worden.

De regering komt daarentegen niet terug op het toepasselijk stelsel voor de uitwinningsvergoeding voor handelsvertegenwoordigers en de niet-concurrentie of niet-afwervingsvergoeding betaald tijdens de 12 maanden volgend op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst: deze vergoedingen blijven dus onderworpen aan sociale zekerheidsbijdragen.

> Actiepunt

Dit nieuwe regime werkt terug tot 1 oktober 2013. Let hierop bij de aangifte van de sociale zekerheidsbijdragen van het 4e trimester van 2013.