Newsflash

De langverwachte wet houdende diverse bepalingen inzake arbeidsrecht in het kader van arbeidsongeschiktheid is eindelijk gepubliceerd samen met twee koninklijke besluiten die in werking getreden zijn op 1 december 2016. Deze regelgevingen voeren een re-integratietraject in binnen de onderneming voor de werknemer die het overeengekomen werk tijdelijk of definitief niet kan uitoefenen.

De wet voorziet in de mogelijkheid om een bijlage bij de arbeidsovereenkomst te sluiten waarin het volume, het uurrooster, het loon of de aard van het werk kan geregeld worden. De werknemer behoudt alle verworven voordelen tenzij anders overeengekomen tussen de partijen. De wet voert een weerlegbaar vermoeden in dat de voorheen bestaande arbeidsrelatie behouden blijft.

De tweede belangrijke wijziging houdt in dat een beëindiging van een arbeidsovereenkomst wegens medische overmacht pas mogelijk is nadat het re-integratietraject voor een werknemer die definitief ongeschikt is om zijn werk uit te voeren, volgens de wettelijke modaliteiten, definitief beëindigd is.

Naast de werknemer en de adviserend geneesheer van het ziekenfonds kan ook de werkgever voortaan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer verzoeken om een re-integratietraject op te starten, dit na minstens vier maanden arbeidsongeschiktheid of na de ontvangst van een attest van de behandelend geneesheer die de definitieve ongeschiktheid van de werknemer om het overeengekomen werk uit te voeren bevestigt.

De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer kan op basis van zijn re-integratiebeoordeling, onder andere, vermelden dat de werknemer tijdelijk of definitief aangepast of ander werk kan uitvoeren bij de werkgever.

In dit geval zal de werkgever, binnen een bepaalde termijn, een re-integratieplan moeten opstellen in overleg met de werknemer en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer. Enkel wanneer dit technisch of objectief onmogelijk is, of om gegronde redenen redelijkerwijze niet kan worden geëist, kan de werkgever aan deze verplichting ontsnappen. De werkgever zal dit moeten motiveren in een verslag.

Na ontvangst van het re-integratie plan beschikt de werknemer over een termijn van vijf werkdagen om al dan niet hiermee in te stemmen.

De werknemers zullen de mogelijkheid hebben om een re-integratietraject op te starten vanaf 1 januari 2017, ongeacht de aanvangsdatum van hun arbeidsongeschiktheid. De werkgevers zullen zo’n traject kunnen opstarten vanaf 1 januari 2017 voor arbeidsongeschiktheden die aangevat zijn vanaf 1 januari 2016, en vanaf 1 januari 2018 voor arbeidsongeschiktheden die aangevat zijn voor 1 januari 2016.

Teneinde een re-integratiepolitiek te ontwikkelen, moet de werkgever minstens één keer per jaar het CPBW consulteren over de mogelijkheden voor aangepast of ander werk en de maatregelen voor aanpassing van de werkposten.

> Actiepunt

Houd rekening met deze nieuwe regels en breng de werknemers die langdurig arbeidsongeschikt zijn en voor wie een re-integratieproject mogelijk wordt in kaart. Denk na over de re-integratiepolitiek die in uw onderneming gevolgd zal worden en consulteer het CPBW in dit verband.