Newsflash
Fiscaliteit en sociale zekerheid
Arbeidstijd en vrije tijd

De fiscale administratie heeft haar standpunt inzake anciënniteitspremies aangepast (Circulaire van 25 februari 2010). Zij heeft zich daarbij laten inspireren door de instructies van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (zie onze Newsflash van 12 maart 2009).

De wijzigingen betreffen de volgende elementen:

De alternatieve berekeningswijze om het maximaal vrijgesteld bedrag van de anciënniteitspremie te bepalen, zoals voorzien door de RSZ, wordt voortaan ook op fiscaal vlak aanvaard. Concreet betekent dit dat de vanaf 1 januari 2009 toegekende anciënniteitspremies bij de werknemer eveneens als een vrijgesteld sociaal voordeel worden beschouwd, wanneer zij worden berekend op basis van het gemiddeld brutobedrag van een maandloon in de onderneming.

Ook voor fiscale doeleinden moet het "gemiddeld brutobedrag van een maandloon in de onderneming" per kalenderjaar vastgesteld worden op basis van de verhouding tussen de uitbetaalde lonen en het aantal voltijdse equivalenten tijdens het voorgaande kalenderjaar.

Wanneer de werkgever een anciënniteitspremie toekent waarvan het bedrag de maximumgrens overschrijdt, dan wordt de werknemer voortaan enkel belast op het gedeelte dat de maximumgrens overschrijdt. De rest wordt als een vrijgesteld sociaal voordeel beschouwd.

Tenslotte wijst de fiscus erop dat een werkgever de klassieke berekeningswijze (op basis van het brutobedrag van de maandwedde) en de voormelde alternatieve berekeningswijze tijdens eenzelfde kalenderjaar niet samen mag toepassen. Doet hij dit toch, dan worden alle tijdens dat kalenderjaar toegekende anciënniteitspremies als een belastbaar voordeel beschouwd in hoofde van de werknemers.